FRAMED

Selected Shorts, het dvd-label waaronder Dalton Distribution meer dan jaarlijks het beste van de vooral nationale kortfilmwereld verzamelt, is alweer aan haar 22ste compilatie-dvd toe.

De focus ligt dan wel vooral op het kruin van de Vlaamse fictie – jaarlijks steevast goed voor één dvd –, maar er is ook ruimte voor een sporadische, thematische dvd-compilatie. Dus: niet enkel fictie, maar ook bijvoorbeeld een kortfilmcompilaties voor jonge kijkertjes (Selected Shorts 4, 11, 16, 18, 20), voor de liefhebber van experimentele (Selected Shorts 12 – Labo) of humoristische films (Selected Shorts 5).

Nu wordt dus ook de liefhebber van de Vlaamse animatiefilm eindelijk beloond voor het lange wachten, met een bloemlezing van zestien titels uit een periode van vijf jaar (2010-2015). 'Selected Shorts 21' biedt ons immers het kruin van de Vlaamse animatiefilms, en daar staan uiteraard enkele voor het label evidente titels tussen (Selected Shorts is immers de distribitiewerking die organisch voortvloeide uit het festival Internationaal Kortfilmfestival Leuven).

De selectie

Denk maar aan de winnaars van de Publieksprijs op het Internationaal Kortfilmfestival van Leuven in 2010 ('Memee' van Evelyn Verschoore), 2011 ('Crayon d’ amour' van Gert Driesen), 2013 ('Mia' van Wouter Bongaerts) en 2014 ('Oma' van Karolien Raeymaekers). Maar ook VAF-Wildcardwinnaars van 2011 ('Shattered Past' van Boris Sverlow) en van 2014 ('Het Paradijs' van Laura Vandewynckel)

Zes van de zestien titels zijn dus grote prijswinnaars op het IKL. “De compilatie getuigt van de variatie en speelsheid van het genre”, staat te lezen op de 'achterflap', “(maar) bovenal van het geweldige talent en virtuositeit van de Vlaamse animatiefilmmakers.” Los van dat het allemaal animatiefilms zijn van maximum zeventien minuten ('Oh, Willy...' is de langste), gemaakt door Vlaamse filmakers in de periode 2010 – 2015 én vertoond op het IKL, zijn de animatiestijlen inderdaad divers.

Hebben we nog oude-mensen-melancholie en liefde in 'Oma', 'Memee' en 'Vol Au Vent' (van Isabel Bouttens) – inclusief mooie, warme kleuren met veel sepia – dan leunen 'Shattered Past' van Boris Sverlow en Raoul Servais’ 'Tank' meer aan bij donkere, getroubleerde (politieke) situaties.


'Memee' (Evelyn Verschoore)

 

 

 

 

Iconologie

Gelukkig trouwens dat die laatste, België’s grootste animatie-icoon, nog op de dvd staat – het was van 2003 immers geleden dat Servais nog een film uitbracht. Al is 'Tank' (2015), gebaseerd op een gedicht van de Franse pacifist Jean Jouve, over het gebruik van de nieuwe oorlogsmachine – een tank –, beeldelijk veel minder innovatief/veel braver dan zijn meesterstuk 'Chromophobia' (1965, niet op deze dvd).

Niet enkel Servais is een Belgisch animatiemoment, ook Emma De Swaef is dat intussen al – ook al telt ze veel minder jaren op haar teller (maar des te meer prijzen en nominaties).

Haar korte, wollige stop-motion 'Oh Willy…' is één van de meest succesvolle Belgische kortfilms ooit, en dé meest bekroonde kortfilm van Europa in 2012 (en de vierde meest bekroonde in 2013). Hoeveel prijzen de film exact won, tja, we zijn de tel wat kwijt. Het zou iets tussen de tachtig en 485.965 miljoenbiljard prijzen moeten zijn, geschat. Zo'n prijzenbeest kon Dalton Distribution niet zomaar laten passeren. Er kwam zelfs een aparte dvd uit van 'Oh Willy...', inclusief extra's zoals een heuse making-of. Om de populariteit van deze kortfilm nog een laatste keer te onderstrepen: de dvd is helaas niet langer terug te vinden de Daltonshop, want totaal, onherroepelijk, uitverkocht. De making of, die kan je gelukkig hier online nog (her)bekijken.

'Oma' van Karolien Raeymaekers is nog zo’n andere internationaal doorgebroken film, dat nog voor het de festivalcircuithitte viraal ging. Maar nóg beter dan 'Oma' is 'Memee' van Evelyn Verschoore, zowat de sterkste film (en tevens bij de oudste) op deze compilatie. En dat is exact waar deze dvd goed voor is, om jezelf (of anderen) de kans te bieden net van die – voor even – verloren gegane films te herontdekken. Verschoore toont – in 'Les triplettes de Belville'-stijl – de liefde van een oudere vrouw in een bedrijvig (denk: rolstoelgymnastiek) rusthuis en haar saxofoonspelende overbuur. Naast beeldelijk knap, ook narratief – tot de clue toe – sterk. Héél tof.

Animatielegendes Wouter Bongaerts en Roman Klochkov mochten uiteraard ook niet ontbreken op deze selectie. Bongarts won met zijn 'Mouse For Sale' de eerste VAF Wildcard voor Animatie ooit, in 2010. Deze staat niet op de dvd, maar - het erg knappe maar iet of wat te episodische – 'Mia' wel. En Klochkov, tja, die levert het ene animatiesucces na het andere. Van afstudeerwerk 'Administrators' in 2006 (niet op deze dvd) via het sociaal-kritische 'Natasha' (wél op deze dvd) tot elke clip, tekening of film die hij nu maakt.


'Natasha' (Roman Klochkov)

 

Verrassend

Iets minder bekend werk, maar daarom niet van minder talentvolle makers op Framed: 'Voltaire' van Jan Snoeckx (“Kort en bondig: wereldniveau”, citeerden we nog in onze recensie), het strakke, futuristische 'Day_6011' van Raf Wathion en documentaire-animatie 'De Volgende', van Babs Raedschelders.

Verrassend goed is het iet of wat onbekendere 'Geruchten' van Frits Standaert, waarbij een heel bos dieren – George Orwell’s 'Animal Farm' acherna - metafoor staat voor een paniekerige mensheid. Overigens won Standaert op het kortfilmfestival twee jaar terug de Publieksprijs voor Beste Animatie met zijn nieuwste film, 'Compte les moutons' (niet op deze dvd).

Het enige jammere is dat Franstalige kortfilms ontbreken, dat het dus niet een Belgische, maar wel een uitsluitend Vlaamse selectie betreft. 'Autour du lac', 'La Boite des sardines' of 'Deep Space' van Bruno Tondeur – om er maar paar te noemen – hadden het lijstje mooi vervolledigd.

Coverfoto: 'Het Paradijs' (Laura Vandewynckel)

 

 
Dit was 2016

Uit de eindejaarslijstjes die traditiegetrouw opduiken, valt voor een keer niet meteen te concluderen welke bioscoopfilms de beste van dit jaar genoemd kunnen worden. Je zag lang niet zo’n verscheidenheid in deze top tienen. 2016 was als altijd vooral een heel divers jaar maar wie er wat als beste uitkoos blijkt dit keer veel minder voorspelbaar.

We stellen jullie graag ook de KUT-top 10 voor en kijken even terug op wat het voorbije filmjaar te bieden had aan zowel de pellicule- als de popcornvreter.

KUTredacteurs hebben een heerlijk bestaan, dat zich voor een groot deel in de donkere zalen afspeelt, waar alles mogelijk is en je al dan niet lichtjes bedwelmd weer naar buiten gaat - ken je nog filmfans met een vlotte pen, laat het ons vooral weten! Maar we zijn helaas geen superhelden. We hebben dus ook films gemist, mogelijk zelfs meesterwerkjes. A Quiet Passion, L’économie du couple, Baccalauréat en de documentaires Fuoccoammare en Life Animated behoren tot deze groep.

Nu en dan vallen er ook films op die geen officiële release kregen maar die toch op ons enthousiasme konden rekenen. Zo raden we Green Room ten zeerste aan en valt de documentaire Brothers absoluut een topper te noemen.

De Vlaamse film heeft zich laten gelden zoals voorheen: met nu en dan een fatsoenlijke poging, maar zonder veel durf. De Premier ging daarbij met het meeste aandacht lopen, maar deze genrethriller kwam te goedkoop over. Verder zochten de meeste Vlaamse producties wat bescheiden naar een publiek. Cecilia Verheyden kon het matige Achter de wolken kwijt aan de bejaarde meerwaardezoeker, terwijl De buurtpolitie: de grote geldroof zich zo nadrukkelijk op de verdwaasde massa richtte dat het succes had.

 

 

 

 

 

Waren wel de moeite: een topdocumentaire die je in onze 10 terug vindt  - en dat is dan niét het sterke The Land of the Enlightened - , het waarachtige Le Ciel Flamand, Belgica, lang niet zo succesvol als verhoopt, en het absurdistische Problemski Hotel. King of the Belgians leek zijn publiek te verdelen maar kan zeker op onze sympathie rekenen, al was het maar omdat deze originele film geen verdeler vond. Vincent, van Christophe Van Rompaey, was een meer dan aardige poging om een Vlaamse Little Miss Susnhine op poten te zetten. Over de taalgrens viel La fille inconnue op.

Broer – met Titus De Voogdt en Koen De Bouw – was minder dan matig te noemen en Pippa met Natalie Meskens zegt ons vooral niets. Luc Wyns is misschien wel de grootste pineut: zijn Uitschot (Crimi Clowns 2) moet ergens even een release gehad hebben, maar dat is ons volkomen ontgaan. Helden van de zee – gebaseerd op een Ketnetreeks – hebben we aan het jonge volkje over gelaten, terwijl Brak met Sam Louwyck op de achtergrond bleef. Nic Balthazar kwam aanzetten met Everybody Happy maar overtuigde daar vrijwel niemand mee. Laat 2017 maar snel van start gaan. Alleen al met Home van Fien Troch kan het niet meer stuk.

Het was natuurlijk niet alleen ons eigen land dat voor rotzooi zorgde. Tot het slechtste wat 2016 te bieden had, horen alvast The Brothers Grimsby, Rock the Kasbah, Captain America: Civil War, Office Christmas Party, Now You See Me 2, Inferno, Bad Neighbours 2, Independence Day: Resurgence, Daddy’s Home, Batman v Superman, Assassin’s Creed en Collateral Beauty. Ja, dat zijn allemaal Amerikaanse studiofilms maar die lopen dan ook het meest in de kijker. De meest bedroevende producties van allemaal bleken echter het volkomen mislukte Zoolander 2 en het walgelijke Dirty Grandpa.

En dan zijn er de films die ons zeker wisten te bekoren maar die onze top 10 niet gehaald hebben. Toni Erdmann, die na vele maanden nog steeds volle zaaltjes trekt in de alternatieve cinema, is beslist een van de bijzonderste films van dit jaar. Een conventionele feelgoodprent groeit uit tot een wat ongemakkelijk maar hilarisch festijn en daar geven we graag een speciale vermelding aan.

Anomalisa deed iets wonderbaarlijk deprimerende met poppen, Réparer les vivants bleef aan de goede kant van de melodramatiek met een aangrijpend relaas over orgaantransplantatie en Captain Fantastic toonde Viggo Mortensen in een ontroerende strijd om zijn idealen. Tarantino’s The Hateful Eight was goed maar niet héél goed, net zoals het wat onder de radar gebleven Allied met Brad Pitt.

Hartverscheurend was ook dat verlangen van Saoirse Ronan in Brooklyn, de verloren jaren van Charlotte Rampling in 45 Years en de hoop op ontsnapping van oscarwinnares Brie Larson in Room.

Paterson toverde dan weer een anderhalf uur een grijns op ons gezicht en Love & Friendship combineerde Jane Austen met Oscar Wilde. Kollektivet en Men & Chicken lieten zich als kenmerkende Scandinavische komedie zien met een hoek af. Zootopia wierp zich als één van de meer geslaagde animatiefilms van 2016 op.

Bittere ernst zat er in het stevige Spotlight, het knap geënsceneerde Steve Jobs, het meeslepxend 99 Homes en de moderne western Hell of High Water. The Neon Demon, High-Rise en The Assassin riepen bij pers en publiek dan weer tegenstrijdige reacties op. Films die met vernuft gemaakt zijn door filmmakers met een visie en alleen daarom zijn ze de moeite waard. Ook als je er misschien bij in slaap viel. Suicide Squad werd eveneens op boegeroep onthaald door velen maar wij zagen wel wat in het zootje ongeregeld.

De meeste superheldenfilms wisten ons dan misschien niet te bekoren, science-fiction kunnen we beter verteren. Zowel Rogue One als Star Trek Beyond konden op applaus rekenen.

Zuid-Korea liet ons genieten van het amusante Train to Busan en het weelderige The Handmaiden, terwijl Iran met The Salesman een mooie bijdrage aan het filmjaar leverde. Het Russische Hardcore Henry bleek dan weer meer te zijn dan een foute actieprent.

Geen slecht jaar, alles welbeschouwd, toch? Maar dit zijn uiteindelijk de 10 films die ons het meest wisten te beklijven:

10. THE JUNGLE BOOK

Dit superieure stukje familie-entertainment leek zich aan te kondigen als een generisch product dat teerde op speciale effecten, maar was verrassend genoeg een warme en grappige update van de oorspronkelijke film. Het guitige acteerwerk, de sublieme stemmencast en de wonderbaarlijke effecten - die jungle! - maken van deze prent van begin tot eind een groot genoegen. (recensie)

9. EMBRACE OF THE SERPENT

Dit bezwerende Colombiaanse drama met onze eigenste Jan Bijvoet in één van de hoofdrollen, neemt ons mee op een fascinerende, in magnifiek zwart-wit gevatte trip doorheen langs de Amazone. Een bijna hypnotiserende film die lang blijft nazinderen. (recensie)

8. 10 CLOVERFIELD LANE

Schijnbaar vanuit het niets, zonder uitgekiende promocampagne of maandenlange anticipatie op sociale media, manifesteerde deze onvoorspelbare film zich als een grandioze psychologische thriller die naar Hitchcock en Spielberg hint en John Goodman opvoert in een heerlijk diabolische rol. Een cinefiele popcornfilm die voor een zeldzame keer niet buigt voor de wetten van de blockbuster en gewoon zijn bescheiden zelf mocht blijven.  (recensie)

7. ELLE

Met duivels genoegen en een vakkundige ritmering en gebaldheid toont Paul Verhoeven wat hij op zijn 78e nog waard is. Isabbelle Huppert is als vanouds verbluffend goed in deze stevige psychothriller met een sensationeel kantje. De moraliteit van de kijker wordt uitgedaagd. Hoe relatief is eigenlijk de waarde van leugens en oprechtheid? (recensie)

6. CAROL

Todd Haynes is op zijn allerbest met deze geraffineerde studie van onderdrukte menselijke verlangens. Niet alleen een ten top gedreven esthetische beleving, ook een waar acteerfestijn dankzij een grootse Cate Blanchett en een schitterend ingetogen Rooney Mara. Een delicaat, melancholische, diep tragisch liefdesverhaal.  (recensie)

5. SHADOW WORLD

De onzekerheid en angst die onze samenleving momenteel bedreigen en de opkomst van terreur en rechts-populistische overheden, zijn koren op de molen van wapenfabrikanten. Deze indringende, genuanceerde documentaire legt weinig hoopgevende mechanieken bloot in een overdachte, diepgaande film die de revolutionair tracht wakker te schudden. (recensie)

4. THE RED TURTLE

Een symbolische overlevingsfilm annex poëtisch liefdesdrama dat zich ontwikkelt tot een mythologische fantasie door anderhalf uur sublieme, uiterst nauwkeurige en van emoties zinderende animatie zonder enige dialoog, verbluffend! Michael Dudok de Wit combineert een gevoelige, ouderwetse tekenstijl met bezielde digitalisering en bespeelt zo het veld tussen Europese animatie en Japanse anime. (recensie)

3. ARRIVAL

Deze fascinerende exploratie van communicatie over de grenzen van tijd en ruimte heen, vormt plausibel, intelligent vertier waarin wetenschap, poëzie, tragiek en filosofie elkaar meesterlijk bestuiven. Dennis Villeneuve durft tegendraads dus een atypische, zeer beheerste sciencefictionprent te draaien, die door de ijzersterke Amy Adams van een emotionele dimensie wordt voorzien. (recensie)

2. THE REVENANT

Eén van de meest intense acteurs die een samenwerking aangaat met één van de interessantste filmmakers van zijn generatie: The Revenant is zelfs meer dan de som daarvan geworden. Visueel overrompelend wist dit intense overlevingsdrama van het grote scherm te spatten, waarbij de kijker ieder moment de genadeloosheid voelt van het barre landschap waaraan de protagonist werd overgeleverd. DiCaprio kreeg eindelijk zijn Oscar. (recensie)

1. I, DANIEL BLAKE

De militante Britse cineast Ken Loach wist op zijn 79e de meest relevant film van het jaar op ons los te laten. In dit hartverscheurende drama beleven we de onmacht en vernedering van mensen die doorheen de kille mechanismen van een geprivatiseerde, hebberige staat worden gejaad. Met veel warmte en humor maar helaas ook zeer aannemelijke tragiek, ontwikkelt I, Daniel Blake zich tot grootse, essentiële cinema die ons een spiegel en ontstellend genoeg zelfs een glazen bol voorhoudt. (recensie)

 

Sven De Schutter

 
Internationaal Kortfilmfestival Leuven 2016

Niels Putman

 

 

Film Fest Gent 2016

Het kleuren van de bomen en het vallen van de bladeren wordt in Gent en omstreken steevast geassocieerd met een cinefiele opwinding. Film Fest Gent neemt voor de 43e keer samen met de herfst de Arteveldestad in voor een ode aan de filmkunst.

 

Want nog meer dan ooit staan in deze editie expressieve, relevante, betekenisvolle en voor discussie vatbare producties op het programma. Naast de officiële competitie zijn het vooral de selecties uit Scandinavië (Nordic Cinema) en Japan (Spotlight Japan) die niet te versmaden films bevatten. Opvallend is het verdwijnen van de specifieke aandacht voor avant-premières van publiekstrekkers. Dapper maar ook een risico. Meer dan voorheen wordt dus gehoopt op de belangstelling van échte filmliefhebbers boven popcornvreters. 

 

Immers, waar vorige edities steeds een twintigtal (veelal) Amerikaanse producties op het programma staan hadden waar je in de loop van de maanden na het festival sowieso ook kan gaan naar kijken – vaak het gevolg van een koppeldeal met verdelers – vallen nu enkel Snowden van Oliver Stone en Sully van Clint Eastwood op als kleppers. In de eerste kruipt Joseph Gordon-Levitt in de huid van klokkenluider Edward Snowden, terwijl Tom Hanks in de tweede de piloot speelt die in 2009 een noodlanding maakte op de Hudson. Een derde biografie doet ons echter meer watertanden: in Jackie kruipt Natalie Portman in de huid van Jackie Kennedy, een vertolking die naar Oscar ruikt.

 

Wie zijn filmvoer graag vertrouwd houdt, vindt wellicht ook zijn gading bij films als Personal Shopper van Olivier Aassayas, Paterson van Jim Jarmusch, A Monster Calls van J.A. Bayona of The Light Between Oceans van Derek Cianfrance: werk van fillmakers die al wat bewezen hebben. Daarnaast zijn ook openingsfilm I, Daniel Blake van Ken Loach, A Quiet Passion van Terence Davies en de documentaire Voyage of Time: Life’s Journey van Terence Malick potentiële publiekstrekkers omwille van de namen achter het project. Liefhebbers van de arthousecinema kennen wellicht ook Kelly Reichardt, Walter Salles, Asgar Farhadi, Cristian Mungiu of Jeff Nichols, van wie allen nieuw werk te zien is op dit festival.

 

België is ook alweer goed vertegenwoordigd. Terwijl het Belgische filmlandschap doorgaans teleurstellend is, weten de meest interessante filmmakers van bij ons altijd een plek te vinden in Gent. Uitkijken dus naar Home van Fien Troch, My First Highway van Kevin Meul, Souvenir van Bavo Defurne, Le Ciel Flamand van Peter Monsaert en King of the Belgians van Jessica Woodworth en Peter Brosens. Een rijtje filmmakers met persoonlijkheid die elke aanmoediging verdienen. Wie niet te hoog wil grijpen, kan terecht bij de sneak-preview van een binnenkort te verschijnen Vlaamse actieprent. Zouden we inzetten op De Buurtpolitie: De Grote Geldroof?

 

Wie grasduint in de catalogus en stilstaat bij de synopsis van onbekendere producties, raakt vast geïntrigeerd. Door een pelgrimstocht met een kinky kantje (The Ornithologist uit Portugal), een opeengepakte groep gearresteerden in een combi (het Arabische Clash), de kritische kijk op Facebook in het Deense Facebookistan of de kruising van een sf-fabel met een moordmysterie (het Japanse Danchi). De overdaad aan fascinerende verhalen van over de hele wereld maakt dat Film Fest Gent opnieuw voor een filmindigestie zal zorgen bij de cinefielen. Bereid zijn je te laten verrassen en je smaak uit te breiden is de enige optie.

 

In het territorium dat zich tussen Kinepolis, Vooruit, Studio Skoop, Sphinx en Kask Cinema aftekent, wordt de Pokemonjager verdrongen, maar verder vindt iedereen wel iets naar zijn gading. Naast een programma van een kleine honderd langspelers, is het Film Fest Gent immers ook een beleving voor wie niet zo lang kan stilzitten (ook al omdat deze editie één dag minder films vertoont, moeten we er aan toevoegen). Wat op het gebied van kortfilms te vinden is, leest u op onze zustersite, maar er zijn ook talrijke nevenactiviteiten die dit evenement doen bruisen en knallen – u vindt dat allemaal hier. Verleidelijker kan Garbo niet kijken, dus u weet waarheen.    

 

 
Film Fest Gent 2016

Niels Putman

 

 
Ars Electronica Animation Festival 2016

Ils Huygens

 

 
Filmfestival Oostende 2016

Niels Putman

 

 
Is Love (meer dan) porno?

In zijn essaybundel De vermoeide samenleving definieert de Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han pornografie als datgene dat louter ‘expositiewaarde’ heeft. Dat wil zeggen, als datgene dat ogenblikkelijk te consumeren valt omdat het aanschouwen ervan hetzelfde is als het consumeren ervan. Je registreert het met één blik. Datgene dat alles onthult en niets verhult is pornografie. Zo schrijft Han: “Onder de oppervlakte van de pornografie is niets. Geen binnenwereld, geen verborgen geheimen.” Iets pornografisch is “alleen tot zijn tentoongesteld-zijn gereduceerd” en vereist bijgevolg geen verdere contemplatie, geen verwerking voorbij de daad van het zien. “Bij pornografische foto’s [of films] blijf je niet stilstaan: ze klinken schel en luid, want het gaat om een uitstalling. Ze dijen ook niet uit in de tijd, want ze laten geen herinnering meer toe. Ze dienen alleen het nu: onverwijlde opwinding en bevrediging.”

De vraag is nu of deze definitie toe te passen valt op Gaspar Noés Love, de Argentijnse provocateur zijn met niet-gesimuleerde seks gevulde liefdesfilm van vorig jaar. Ons antwoord is alvast ja, want inhoudelijk stelt Love werkelijk niets voor. Net als bij pornografie voelen de niet-seksuele scènes aan als ongeïnspireerd en luchtig vulsel om al het onbetekenend gepoep en gepijp in een coherent kader te verweven. Zo wordt het overtollig keren vastgesteld dat de protagonist Murphy zijn vriendin terug wil, waarna hij terugblikt op een van hun onstuimige momenten in de slaapkamer. Na het aanschouwen van de breuk van het koppel krijgen we overigens eerdere, minder heftige ruzies te zien – geen volgorde die bevorderlijk is voor dramatische spanning – en wordt getoond hoe Murphy niet beseft dat bezitsdrang geen teken is van ware liefde. Pfffrt. Boeien doet het beslist niet.

De film is dus pornografisch doordat hij compleet gedreven wordt door zijn expositiewaarde: “Kijk! Wij durven seksen voor de camera!” (Iets dat weldegelijk lef en toewijding vereist, maar het getuigt daarom niet van artistieke visie.) Zonder dat aspect zou Love niet in de taboesfeer hangen en bijgevolg niet opgemerkt geweest zijn als iets dat bijzondere aandacht verdient. De vertoonde seksualiteit resulteert niet in een stilstaan bij, maar heeft de voornoemde onmiddellijk consumeerbare kwaliteit met porno gemeen.

Love kan dan ook gerust de Lady Chatterley’s Lover van cinema worden genoemd: D.H. Lawrence’s controversiële roman over het belang van erotiek werd decennialang - afhankelijk van het land - gecensureerd of verbannen en geniet tegenwoordig van een positie in de Angelsaksische canon. Dan lees je de roman en ondervind je dat de notoire seksscènes verweven zitten in een soapachtig verhaaltje over een huisvrouw uit de hogere klasse die een affaire begint met de jachtopziener, het proza bijwijlen schabouwelijk is(1), en de boodschap zo geëxpliciteerd wordt dat het boek leest als een politiek pamflet. Lady Chatterley’s Lover dankt zijn klassieke status – althans volgens ons – aan zijn taboedoorbrekende functie eerder dan zijn waarde als literair werk. Zo ook parasiteert Love op de benepen maatschappij die Noé op de tenen wil trappen. Zonder die maatschappij zou zijn prent amper bestaansrecht hebben en zou Noé niet de profane artiest kunnen spelen(2). (Het voorgaande kan je ook beweren over een politiek pamflet maar dat heeft geen ambitie voorbij het mededelen van een ideologische boodschap. Kunst wil het niet zijn.)

Love staat nergens bij stil maar is een op slag consumeerbare verwerking van een tentoongesteld idee.

Dat Murphy fungeert als spreekbuis voor Noés cinematische visie – “I want to make movies out of blood, sperm and tears. I think movies should contain that, perhaps be made of that” – maakt de pamfletvergelijking nog accurater. Net als in Lady Chatterley’s Lover wordt de inhoud/boodschap/thematiek meegedeeld eerder dan gebracht op een manier die de kijker engageert, die tot denken aanzet. Opnieuw: geen stilstaan bij, maar een op slag consumeerbare verwerking van een tentoongesteld idee. Samengevat hebben we dus een film die oppervlakkig en een tikkeltje kinderachtig mijmert over hoe cinema over echt leven moet gaan, afgewisseld door onbeduidende maar niet-gesimuleerde penetraties.

We kunnen onze vraagstelling  mutatis mutandis toepassen op de verkrachtingscène uit Noés Irreversible: draait die puur om effectbejag? Of anders verwoord: wordt die gekenmerkt door louter expositiewaarde/het makkelijk consumeerbare, of is die moeilijker te verwerken(3)? Het antwoord is dat de scene wél een functie heeft naast oppervlakkige schokreacties uitlokken. Het moment zet de kijker tot denken aan omdat het verweven zit in een thematisch gelaagde vertelling. De schrijnende mishandeling van Alex (Monica Belluci) faciliteert namelijk een emotioneel aanvoelen van de thematiek over de absolute vergankelijkheid van geluk. I​n tegenstelling tot Irreversible teert Love echter op pure uiterlijkheid. Om echte emotie of hersenwerk teweeg te brengen is Noés prent inhoudelijk te leeg. 

Een laatste casestudy die een contrast met Love belicht is La Vie D’Adèle, eveneens een prent over seksualiteit die veel ophef teweegbracht. In tegenstelling tot Noés film kan men Abdellatif Kechiches subliem lesbisch drama echter niet beschuldigen van oppervlakkigheid omdat de verscheidene seksscènes een essentiële evolutie van de protagonist tonen en haar psychologie informeren, dit op een manier die genoeg verhult om contemplatie mogelijk te maken. Het draait niet puur om een zien van, het zien van genereert een stilstaan bij.(4)

Neem bijvoorbeeld Adèles eerste vurige ervaring met Emma: dat die scène – die al vaker onterecht met het label pornografie is bestempeld – zo uitgesponnen is weerspiegelt Adèles absolute overstelping met lust(5). De ervaring transformeert het vleselijke tot iets monolithisch eerder dan slechts één gerelativeerd aspect van het leven zoals bij de nevenpersonages. We aanschouwen de voltooiing van haar onontkoombare afhankelijkheid van andermans liefde. Bovendien werkt de scène in contrast met een veel beknoptere: Adèles voorgaande ontmaagding door haar (mannelijk) lief, waarin haar ontblootte lichaam grotendeels onzichtbaar is door het gebruik van close-ups of bedekking door de romp van haar partner. Zo wordt de scène van erotische kracht ontdaan en wordt haar teleurstelling aan de kijker gecommuniceerd. De laatste inzage in Adèle en Emmas slaapkamer weerspiegelt dan weer een gegroeide intimiteit tussen de twee, wat te zien valt aan de meer bedaarde aard ervan en aan een veel grotere focus op gezichtsuitdrukkingen eerder dan lichaamsdelen. Ten laatste is er een scène waarin het koppel – nu al enkele jaren samen – dagdagelijks en naakt met elkaar communiceert, en zo toont dat seksualiteit voor Adèle niet noodzakelijk verminderd maar wel genormaliseerd is… Dit alles om te zeggen dat Love niet even berekend omspringt met het vertoon van geslachtsdaden en eenzelfde inhoudelijkheid mankeert.

Dus ja, Love is porno, zij het minder cartoonesk en minder platvloers in beeld gebracht dan wat je zoal online vindt… wat ons tot een laatste kwestie brengt. Hoewel het label porno weliswaar een waardeoordeel inhoudt is de toepasbaarheid van dat label in strikte zin een semantische discussie. We moeten ook definitief beoordelen of Love als artistiek object de moeite loont, ondanks zijn pornografische aard. Enigszins. Audiovisueel zit Noés prent meesterlijk in elkaar. Het samenspel van met zwoel neonlicht doorspekte beelden en minutieus gekozen soundtracks zorgt voor een esthetisch immersieve ervaring. De ménage à trois gedirigeerd door Funkadelic’s Maggot Brain, scopofiele montages ritme gegeven door Dirge van Death in Vegas, John Carpenter synths die uit de boxen van een koortsdromerige seksclub resoneren: stuk voor stuk mesmeriserende sequenties, vooral op het witte doek.

Eenmalig kan Love dus misschien bekoren, maar rewatch value bezit Noés seksfestijn amper. Het makkelijk consumeerbare is immers snel verteerd. In tijden van remakes, reboots, sequels, prequels en aan de lopende band geproduceerd superheldenvertier verdient elke poging tot een artistieke paradigmawisseling – op gelijk welk vlak – een minimum aan respect, maar uiteindelijk is de ostentatieve close-up van Noés kaarsrechte piemel emblematisch voor heel de film. Zoals Murphy zegt: “A dick has no brain.”

(1) […] she said, with startling abruptness, looking into his eyes with her big blue eyes. His big blue eyes took on the frightened look of a man whose social conscience is not quite clear [...] looking into her father's eyes. They were big blue eyes rather like her own.

(2) Noé mag dan wel zelf beweren dat het gecoïteer in Love ambieert eerlijk en niet choquant te zijn en daar zit zeker wel iets in, maar gratuite 3D cumshots kan zijn uitspraak niet verantwoorden. Hoewel de auteur van dit artikel de film niet in 3D aanschouwde kunnen we gebaseerd op voorbije ervaringen vermoeden dat de extra dimensie niet veel aan de belevenis toevoegt en dientengevolge concluderen dat die release er kwam omdat het idee van een inverse bukake de regisseur infantiel kwajongensgenot bezorgde. Effectbejag, met andere woorden. Bovendien valt het te betwisten of de hypergestileerde – m.a.w. geposeerde – seks waarvan Love bol staat ‘eerlijk’ is.

(3) Hoe gruwelijk de scène is heeft wat deze vraagstelling betreft niets te maken met het verteerbaarheidsgehalte.

(4) Beschuldigingen van een uitbuitende male gaze zijn dan ook onterecht en doen in veel gevallen een onderliggend beeld van seks als iets degraderend de kop opsteken.

(5) Ook bewerkstelligt de lengte een realiteitsgevoel conform de naturalistische stijl die in heel La Vie D’Adèle aanwezig is. Moest dat effect ontbreken zou deze sleutelscène tonaal vloeken met de rest van de film. 

 

Vik Verplanken

 
Anton Chigurh: bovennatuurlijk?

Luidop Denken: Is Anton Chigurh uit No Country For Old Men een bovennatuurlijk personage?

 

“My formula for greatness in a human being is amor fati: that one wants nothing to be different, not forward, not backward, not in all eternity. Not merely bear what is necessary, still less conceal it – all idealism is mendaciousness in the face of what is necessary – but love it.” - Nietzsche

Omtrent Anton Chigurh, het personage van Javier Bardem uit de gebroeders Coen hun meesterlijke verfilming van Cormac McCarthys No Country For Old Men, bestaat de theorie dat hij een bovennatuurlijk wezen zou zijn. Argumenten hiervoor zijn Chigurhs spookachtige verdwijningen uit scènes, zijn typering als geest door sheriff Ed Tom Bell, een poster waar zijn tronie als een soort God boven het personage van Llewelyn uitstaart en de Coens die zelf naar zo’n interpretatie zouden gehint hebben in interviews. Ons antwoord op de vraag is echter ‘nee’, maar wél bezit Chigurh een eigenschap die hem boven de andere personages verheft: filosofisch inzicht.

Anton Chigurh zou namelijk als een soort taoïstische psychopaat kunnen aanzien worden: Hij begrijpt de aard van het universum en biedt er geen enkele weerstand tegen: in tegendeel, hij laat het in zijn voordeel werken door de “flow” van zijn eigen mentale constitutie en de gebeurtenissen die hem overkomen onbeschroomd te volgen. Hij doorziet dat hij niet anders is dan zijn muntstuk – “The coin got here the same way I did” – en omarmt dus dat willekeurige, amorele krachten hem bepalen. Meer nog: hij omarmt dat hij niet tegenover die krachten staat maar er zelf deel van is. Het is deze kwaliteit die hem zo onoverwinnelijk maakt en hem als een geest/bovennatuurlijke instantie doet lijken voor de andere personages van de film. Het transformeert hem tot iets sterker dan hij anders zou zijn. Maar net zoals het muntstuk slechts een muntstuk is, is Chigurh slechts een man. Als hij al van af het begin geen “natural born killer” was, zou hij niet gedijen in de meedogenloze wereld die No Country For Old Men portretteert. Het is de combinatie van zijn compatibiliteit met een barbaars universum en het voornoemd inzicht dat hem zo effectief maakt.

Chigurh staat dan ook in sterk contrast met de Ed Tom Bell (Tommy Lee Jones), die de aard van de wereld waarin hij leeft niet kan aanvaarden. De last van zijn met het universum onverenigbare moralen maakt het voor hem onmogelijk om mee te vloeien met de externe wereld zoals Chigurh doet. Het moment dat hij stopt een uitvoerder van de wet te zijn markeert een verlies van geloof in die moralen, zelfs als hij er een aanhanger van blijft op emotioneel vlak. Misschien is dat ook de reden dat hij ontslag neemt: Een doorgaande blootstelling aan de wreedheden van bestaan zouden zijn moreel karakter kunnen corrumperen. Dit sluit overigens aan bij de thematiek van nostalgie in de film: wordt de wereld inhumaner of brengt ouderdom simpelweg meer besef mee over de inhumane aard ervan? Hij vlucht dus van waarheid om comfortabel te kunnen leven in een bubbel van illusie. (Nuance: de distinctie tussen emotionele en intellectuele ervaring van waarheid is belangrijk. Ed Tom Bell die op het einde zegt: “And then I woke up” impliceert dat hij het intellectueel inzicht van Chigurh deelt, maar om de emotionele manifestatie ervan weg te houden, gaat hij op vroegtijdig pensioen.)

Nietzsche zou het oneens zijn met Bells oplossing– wat ons tot een tweede punt brengt: Chigurh kan ook vanuit een nog andere (hoewel hier nauw gerelateerde) filosofische hoek bekeken worden. Hij bezit namelijk wat Nietzsche “amor fati” noemde: de liefde voor het noodlot. Hij aanvaard wat zijn pad kruist en verspilt geen tijd aan nutteloze weifelingen of verlangen naar een anders uitziende werkelijkheid. Noch bij zijn arrestatie, een schotwonde in zijn been, of een open armbreuk na een auto-ongeval vertoont hij enige paniek of zelfbeklag. Chigurh weet dat hij slechts één optie heeft: doen wat hij kan en lukt dat niet, dan is dat maar zo. Lamenteren is onproductief.

Llewelyn (Josh Brolin) is een tweede personage die deze “amor fati” kwaliteit bezit. Na opgejaagd te zijn door leden van een drugskartel handelt hij extreem praktisch en laat hij noch spijt, noch emoties zijn effectiviteit in de weg staan. Zoals hij zegt tegen zijn vrouw: “Oh, baby, things happen…” Hij aanvaardt steevast het lot dat hem bekomt en lijkt ergens zelf van de uitdaging te genieten. Het verschil met Chigurh is dat hij simpelweg niet gemaakt is voor het hachelijk spel dat hij speelt, zoals geëxpliciteerd door Carson Welles (Wooody Harrelson). Niet alleen omdat hij geen even goede moordenaar is, maar omdat hij een moreel kompas heeft die de aard van zijn wereld tegenspreekt. Het is immers een morele beslissing die al zijn problemen veroorzaken: de stervende gangster in de woestijn water gaan geven. Bovendien zou hij aan zijn uiteindelijke moordenaars ontsnapt kunnen zijn moest hij overspel gepleegd hebben met de vrouw aan het zwembad. Qua metafysisch besef schiet Llewelyn met andere woorden tekort.

Indien Chigurh als een bovennatuurlijk wezen moet aanzien worden kan dat dus alleen op een heel abstract niveau, als een belichaming van de wispelturige en amorele krachten die ons lot determineren. Maar hij zelf als personage is subject aan die krachten. De crash op het einde, een compleet willekeurige gebeurtenis die hem serieus schade aanricht, is daar onbetwistbaar bewijs van. Zoals de dame aan het zwembad zegt: je kan nooit weten wat je te wachten staat– zelfs niet als je Anton Chigurh bent.

 

Vik Verplanken

 
Brussels Film Festival 2016

Niels Putman

 

Pagina's

Subscribe to Kortfilm.be & Kutfilm.be RSS