Patser
Genre: Actie
| Duur: 2u05 | 2018 | Release: 1 Januari 2018 | Land: België | Regie: Adil El Arbi, Bilall Fallah | Cast: Matteo Simoni, Nora Gharib, Saïd Boumazoughe, Junes Lazaar, Nabil Mallat, Noureddine Farihi, Werner Kolf, Axel Daeseleire, Jeroen Perceval, Ali B., Vic de Wachter
Op zich hebben Adil & Bilall nog niet veel bewezen: hun eerste films ogen sympathiek maar knullig en hun carrière overzee bestaat momenteel nog voornamelijk uit interessante ontmoetingen en beloftes. De veronderstelling dat ze ons met Patser, hun derde productie, zouden omver blazen, is dus wat uit de lucht gegrepen, hoe sympathiek beide heren in de media ook mogen overkomen. Dit is dan ook opnieuw snelle popcorncinema met evenveel durf als na-aperij die echter stilaan blootlegt dat ambities en talent niet parallel blijven lopen.
Het relaas van vier Antwerpse jeugdvrienden die als kleine vis tussen de grote misdaadhaaien trachten te zwemmen is opgebouwd in zeven hoofdstukken, elk genoemd naar één van de hoofdzonden. Junnes, Volt, Badia en Adamo willen een bestaan op het scherp van de snede, net als de grote patsers leven met grote sier en indruk maken met blingbling en snelle wagens. De Antwerpse afzetmarkt voor coke is een gedroomd speelterrein en gewiekst gaan de drarries de concurrentie aan met een Colombiaans drugskartel.
Losjes opgevat als een rise and fall binnen de drugswereld, kan je Patser een klassiek misdaaddrama noemen, waarbij je met enige sympathie de protagonisten succes ziet boeken maar weet dat er ook een rekening zal volgen. Structureel zit het met dat scenario snor, zij het dat de zaken niet al te complex verlopen en je weinig verrassingen hoeft te verwachten. Een energieke Matteo Simoni weet als hoofdpersonage Adamo een prima ankerpunt te vormen met een ontegensprekelijke présence, al zit er weinig gelaagdheid in de uitwerking en wordt de beoogde morele tweestrijd in hem nooit voelbaar. De grimmige tragiek die Kevin Janssens in D’Ardennen uitstraalde, ontbreekt hier.
Cinematografische masturbatie die hier en daar werkt maar voornamelijk als bombastische na-aperij overkomt
Er is ook een lauwe aanzet om met een zekere ironische blik naar het dikdoenerige Antwerpen, de kleine criminelen en zelfs de hypocrisie van de gelovige moslim te kijken, maar het cineastenduo zet vooral gigantisch in op stijl. Hun film moet snel, blits, hard, gloeiend, rauw en scherp zijn en daarvoor mogen tal van Amerikaanse klassiekers model staan. Nu en dan wérkt dat, en ervaren we als kijker de opwinding van het moment door de flitsende beeldvoering, de kwieke montage en een atmosferische score. Met zijn neonkleurtjes weet Patser op een primair niveau zeker visueel aan te trekken. Maar helaas voelen het jachtig camerawerk, de pompeuze ensceneringen en de hoogdravende actie net iets te vaak aan als ongeïnspireerd kopieerwerk, bombastisch doen-alsof en zelfs lachwekkende parodieën op het betere werk van Martin Scorsese, Brian De Palma en John Woo. Dan wordt ook pijnlijk voelbaar dat Adil & Bilall van cinema houden maar er daarom nog weinig kaas van gegeten hebben. Patser valt net iets te makkelijk te reduceren tot cinematografische masturbatie, met een groot budget en veel lef.
Het Koeterwaals waarmee de personages zich als analfabete wannabegangsters uitdrukken – toch wel iets te vergelijkbaar met de onnozele slagzinnen waarmee de regisseurs zich in de media tot typetje reduceren – zou een zekere authenticiteit moeten dienen maar heeft enkel tot effect dat Patser zich vooral tot het patserpubliek zelf lijkt te willen richten.
Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de