Pieta
Genre: Drama
| Duur: 1u44 | Release: 1 Januari 2012 | Land: Zuid-Korea | Regie: Kim Ki-duk | Cast: Jung-Jin Lee, Min-soo Jo
Van de Zuid-Koreaanse cineast Kim Ki-duk kan je twee soorten films verwachten. Ofwel splits hij ons brute en expliciete beelden in de maag met verhalen over marginale figuren, waarin pijn, vernedering, onderdanigheid en gelatenheid voor een oncomfortabele kijkbeurt zorgen, zoals dat het geval was met zijn debuut Crocodile en The Isle, zijn meest controversiële film.
Anderzijds is er de spirituele Kim Ki-duk, die onze ogen en ons hart aait met intiemere films waarin een bijna pastorale vriendelijkheid de toon bepaalt. Bin-Jip en Spring, Summer, Fall, Winter ... and Spring zijn daar mooie voorbeelden van.
Op basis van de titel zou je denken/hopen dat Pieta zich bij die laatste mag aansluiten, maar dat blijkt al snel geenszins het geval. We zien hoofdpersonage Gang-Do voor de kost uitgeperste ambachtslui verminken om het geld van hun verzekering op te strijken. De kille jongeman wordt op een dag benaderd door een vrouw die zich slaafs opstelt en aangeeft zijn moeder te zijn. Ze laat zich schuldbewust vernederen en bezeren als teken van boetedoening. Hij protesteert aanvankelijk tegen haar aanwezigheid, maar wanneer ze een kwetsbaarheid in hem oproept, ontstaat een bijna sadistisch switchen tussen psychofoltering en familiaal geluk.
Het taboeloos focussen op fysiek en psychologisch geweld maakt voor Kim deel uit van een verlossingsproces. Koel laat hij ons aanschouwen hoe Gang-Do zijn slachtoffers als vuil behandelt. Tracht maar eens niet ineen te krimpen wanneer hij herhaaldelijk de deur dichtslaat met de hand van zijn moeder er tussen. Zoals in eerder werk van de filmmaker maken de personages een proces door om met zichzelf in het reine te komen, en dat moet ons onverhuld getoond worden om effectief te zijn.
Net als in Samaritan Girl zijn dit christelijke uitgangspunt en de daarbijhorende, subtiel aanwezige, beeldelementen, verrassend voor een Aziatische prent. In functie van de titel Piëta is dat echter voor de hand liggend. Voor Kim Ki-duk zijn ook slechte zonen het bewenen waard. Tegelijk bezoedelt hij met dit relaas het sacrale aspect van een piëta, maar controverse lijkt daarbij niet van belang te zijn. We kampen bij het kijken naar Piëta overigens eerder met onze aversie tegenover de verwerpelijke hoofdpersonages, dan dat we als vrome katholieken geschoffeerd zouden worden door de ontering van de band tussen Jezus en Maria.
Piëta, dat in België geen bioscooprelease kreeg, is de eerste Koreaanse film die in Venetië met de hoofdprijs ging lopen. Het Korea dat hij toont is armzalig en ellendig en contrasteert met de afbeelding ervan in de populaire werken van zijn verwesterde collega's. De unieke combinatie van evocatieve beelden, provocerende acties en een sterke symbolische lading is dan ook die bekroning waard, maar een gezellige of rustgevende film is het anderzijds geenszins.
Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de