Lost in Translation
Genre: Drama
| Duur: 1u42 | Release: 14 Januari 2004 | Land: | Regie: Sofia Coppola | Cast: Scarlett Johansson, Bill Murray, Giovanni Ribisi
Believe the hype: de bij deze cool bevonden Bill Murray (The Royal Tenenbaums) en de bijzonder mooie Scarlett Johansson (Ghost World) geven subliem gestalte aan originele personages. Maar geloof alstublieft niet dat dit één van dé films van 2004 wordt, want dan komt u ontgoocheld de zaal uit. Als komedie werkt dit simpelweg niet, tenzij u schatert met pakweg Murray die zwemt, onderwater de billen van fitnessende fatso's ziet en dan een bedenkelijke kop trekt. Als satire op de hypercommerciële Japanse popcorncultuur blijft 'Lost in translation' steken op de grappen die ook in de trailer zaten, waardoor u beter af bent met Sion Sono's Suicide Club. Mooie beelden van Aziatische skylines krijgt u beslist wel, maar of die kunnen tippen aan Christopher Doyle's fotografie uit pakweg 'Chung King Expess' (Wong Kar Wai) valt zwaar te betwijfelen. Het uitgangspunt van 'Lost in Translation' is natuurlijk super. Amerikaanse filmsterren die voor grof geld commercials gaan draaien in Azië? Ze bestaan. Ondermeer Leo Di Caprio en Sean Connery blijken daar grote sommen mee binnen te rijven, waarna ze alles doen om te verhinderen dat de Westerse fans de reclamebeelden ooit te zien krijgen. Murray speelt zo'n promoboy, die zonder zijn vrouw en kinderen vereenzaamt in het hem vreemde Tokyo. Johansson zit in hetzelfde hotel, wachtend op haar fotograaf-echtgenoot (Giovanni Ribisi, die zowat drie minuten in de hele film zit). Beiden slapen nauwelijks. De twee (me)la(n)c(h)onieke zielen vinden elkaar. Coppola maakt van dat elkaar vinden gelukkig geen spelletje: samen aan de bar, babbeltje, et voilà. Daarna echter volgt een amalgaam van scènes, verlengde shots eigenlijk die zo nu en dan eens tot een scène worden uitgewerkt. 'Lost in translation' mocht ook wel 'lost in editing' zijn genoemd, want de prent is bijzonder fragmentarisch. Er zijn maar twee personages, en die krijgen elk wat beeldruimte. Murray is een goed komiek en hem zien rondstruinen in de hoog-technologische Japanse speeltuin van een hoofdstad is best grappig -het eerste halfuur alvast. Dan werkt de Oost-West tegenstelling nog. Als later nog maar eens neerbuigend-schuin naar een te klein scheermesje moet worden geblikt, kan je niet anders dan concluderen dat Coppola's humor niet bepaald fijnbesnaard is. Dat is haar acteursregie dan weer wél: puik hoe kleine details heel veel zeggen. Een hand die aarzelt om aan te raken, een kussend hoofd dat plots een subtiele zwenk maakt. Sterk werk, net zoals enkele bijzonder uitgekiende enscèneringen die de bijzonder sterke protagonisten nog charmanter maken. Maar waar is de pakkende dialoog? "You're not hopeless", vertelt Murray op een bepaald moment, wat in de ondertiteling "Er is nog hoop" wordt. Waarschijnlijk het gevoel dat Coppola bij de eenzame zielen dezer wereld wou opwekken, maar niet wat wij uit de zaal meedroegen. Bijzonder opvallend is de soundtrack. Niet alleen in de veelbesproken maar makke karaoke-scène (oké, de twee bekijken elkaar niets- en alleszeggend op Roxy Music's 'More than this', maar meer is er ook niet aan). De klankband is ook volgestouwd met luide (stads-)bassen, goeie muziek ('Fuck the pain away' van Peaches in een stripbar), met niet-ondertiteld en hysterisch Japans, met een soort gepraat dat de eindscène memorabel en hoogst aan te raden maakt. Lost in Translation is niet meer dan een weinig gevarieerde, zij het sfeervolle collage. En eéntje met een hart.
Jan Sulmont Helemaal (niet) akkoord? Lees de