Blue Bird
Genre: Sprookje
| Duur: 1u30 | Release: 19 Oktober 2011 | Land: België | Regie: Gust Van den Berghe | Cast: Bafiokadie Potey, Tene Potey
Biafiokadié staat met een vogeltje in de hand te midden van een graanveld. Hij kijkt recht voor zich uit en houdt de vogel stevig vast. Misschien denkt hij aan zijn zusje Téné die verderop onder een boom ligt, luistert hij naar de wind die opsteekt en het graan rondom hem laat kolken of voelt hij het hart van de vogel dat tegen het zijne is aangedrukt. Het hele land rondom hem is inktblauw gekleurd; de mensen, de geesten, de bomen en de grond. De wind beukt het blauwe graan nu wild tegen Biafiokadié aan maar het kan hem niks schelen want in dit vreemde land heeft hij zijn blauwe vogel.
Dit is slechts één van de vele indringende beelden uit Blue Bird, de tweede film van Gust Van den Berghe, waarin de dromerige taferelen als broodkruimels over het trage tempo van de film verspreid liggen. Losjes gebaseerd op L'Oiseau Bleu, een toneelstuk van onze enige literaire Nobel Maurice Maeterlinck, kadert Blue Bird in een triptiek die Van den Berghe begon met En Waar De Sterre Bleef Stille Staan en zal eindigen met Lucifer. Drie keer duikt hij vergeten mijlpalen uit de vaderlandse literatuur in, of hoe een artistieke restrictie de geboorte kan zijn van boeiende cinema.
Met de magische omzwervingen van Maeterlincks Tyltyl en Mytyl als basis en geruggensteund door een crew van vijf trok Van den Berghe naar het maanlandschap van Togo, trommelde er enkele enthousiaste kinderen uit een lokale stam bij elkaar en filmde er slechts in een handvol dagen. Wat productioneel al van lef betuigt is niets vergeleken met de branie van de cinematografie. De gehele film onderdompelen in een blauwe waas, het Togolese landschap kaderen in een atypisch en flinterdun scoop waarbij de vele lensafwijkingen van ansichtkaart Afrika een bevreemdend sprookjesland maken -, geeft blijk van een sterk filmisch bewustzijn. Hierin is het de fotografie van Hans Bruch Jr. die steeds de grens opzoekt tussen afstandelijk realisme en de intimiteit van kinderdromen. Zo kruisen Biafiokadié & Téné tijdens hun zoektocht naar een blauwe vogel bosgeesten, overleden grootouders en een kolonie ongeboren kinderen, terwijl hun vader met zijn brommer een doodskist over de uitgestrekte vlakte probeert te vervoeren. Het is via dergelijk tafereeltjes dat Blue Bird je onderdompelt in zijn fabelachtige sfeer waar kindertijd en magisch realisme hand in hand lopen.
Een dergelijke wereld van bosgeesten en blauwe vogels, gedragen door een mijmerende beeldenpoëzie, vonden we vorig jaar nog terug bij Weerasethakuls Uncle Boonmee. Beide regisseurs lijken een zwak voor de deconstructie van filmtaal te delen. Bij Van den Berghe toont dit zich het radicaalst in openbreken van (ver)taalconventies, waarbij de gesprekken in het Togolees niet overeenstemmen met de ondertitels die eronder te lezen staan. Deze ingrijpende aanpassing demonstreert misschien nog het sterkst waar hij met zijn films op uit is: de artificiële manipulatie van de realiteit zodat de film een realiteit op zich wordt, zoals een streep muziek die wordt toegevoegd of een 'valse' traan. Of zoals Godard met de onsterfelijke woorden declameerde: “The cinema is the truth twenty-four times a second".
Gust Van den Berghe is een ingetogen dromer die zich via vergeten literaire reuzen in de betoverende wereld van kinderen en mentaal gehandicapten wurmt
Tijdens de nabespreking van Blue Bird merkt Van den Berghe op dat filmen zoiets is als 'boetseren in de tijd', een zinsnede die aan Tarkofsky doet denken (sculpting in time). Die link is zo gek nog niet, zeker wanneer je het beeld van Biafiokadié in het veld naast Tarkofsky's Mirror legt; hetzelfde kolkende graan, dezelfde interesse voor meta-realiteit en kindertijd. Jammer genoeg verzandt dat 'boetseren in de tijd' van hem af en toe in het 'oeverloos uitmelken van de tijd', waarbij de duurtijd van elk shot tot een maximum wordt aangehouden. Hierdoor mist de film op gepaste momenten aan ritme en animo. Bovendien durven de extreme esthetische keuzes de film als geheel wel eens te overschaduwen. De blauwe filter voelt aan als een minder elegante uitwerking voor de subjectieve kinderwereld en het flinterdunne scoop fileert het landschap zo dat je jezelf wel eens afvraagt wat er achter de zwarte balken schuilt.
Toch is Blue Bird een indrukwekkende film, uiterst consequent qua stijl en vorm, zeldzaam in zijn soort en bruisend van ambitie en moed. Gust Van den Berghe is een ingetogen dromer die zich via vergeten literaire reuzen in de betoverende wereld van kinderen en mentaal gehandicapten wurmt. Op zoek naar stilstaande tijd, imaginaire landen en een blauwe vogel.
Ruben Vandersteen Helemaal (niet) akkoord? Lees de