Il Dolce e l'Amaro

Genre: drama | Duur: 1u38 | Release: 30 Juli 2008 | Land: Italië | Regie: Andrea Porporati | Cast: Luigi Lo Cascio, Donatella Finocchiaro, Tony Gambino

Regisseur Andrea Porporati filmde voor Il Dolce e l'Amaro in het Siciliaanse Palermo, Trapani en op enkele andere locaties op het eiland Sicilië, en in Noord-Italië. Wie Sicilië zegt, denkt meteen aan de beruchte Cosa Nostra, de Siciliaanse maffia. En ja hoor, Porporati schreef samen met Annio Gioacchino Stasi, een verhaal dat 20 jaar uit het leven van de fictieve Saro Scordia beslaat, die als jongen in de jaren ?80 opkijkt naar de zogeheten ?mannen van eer?. Tot maffiabaas schopt hij het niet maar als maffioso is zijn levenswandel voorbestemd. Dit gegeven lijkt op het eerste gezicht allesbehalve origineel. Het is ook geen sinecure om te tippen aan sommige van de films uit van het Godfather-kaliber. Toch slaagt Porporati er in om het hoofdpersonage een persoonlijk verhaal te laten vertellen dat bovendien in het Siciliaanse dialect is gespeeld. Dat alleen al maakt de film de moeite waard. Het Siciliaans leidt bovendien tot een komische situatie wanneer de maffia in Turijn een bank overvalt. Door stilgezette beelden versterkt Porporati de scène. In Turijn verstaat men Sicilianen namelijk niet.



Van kleins af aan heeft Saro een boontje voor Ada. Zij weigert echter een huwelijk met een crimineel. Dat zijn grote liefde hem afwees, blijft hem achtervolgen. Porporati legt gelukkig de nadruk op de moraliteit van Saro?s daden. We zien hoe een man met een vals ideaal met de realiteit wordt geconfronteerd. We volgen zijn blunders en zijn besef dat de Cosa Nostra niet zijn zaak is. Volgens de maffia is het leven zoet en bitter. Het is een van hun typische uitdrukkingen, deel uitmakend van hun code, waarmee ze hun zedeloos bestaan trachten te verantwoorden. Om te kunnen genieten van respect, rijkdom en succes moet een maffioso ook de bittere pil van de gevangenis of de dood weten slikken. Saro zal het geweten hebben.



De Siciliaan Luigi Lo Cascio, die Saro vertolkt, is geen onbekende in Italië. Hij staat er al decennia op de planken. Na vele filmaudities lukte het hem in 2000 om de hoofdrol weg te kapen in I Cento Passi van Marco Tullia Giordana. Nadien speelde hij onder meer met succes in Luce dei miei Occhi, Il più bel Giorno della mia Vita, La Meglio Gioventú (hij was een van de twee broers) en La Bestia nel Cuore. Hij zet Saro met zorg neer. We zien een op het eerste zicht gewone man die kiest voor een duister leven. Lo Cascio speelt gedoseerd en met tonnen charisma een oude vos die zijn streken maar wat graag verliest.



De psychologie van het hoofdpersonage is dan ook goed uitgewerkt. Andrea Porporati is immers niet aan zijn proefstuk toe. Al in de jaren ?90 schreef hij voor de RAI succesvolle miniseries van La Piovra. Door Saro te volgen vanuit zijn alledaagse perspectief creëren Porporati en Stasi een spanningsveld tussen wat al of niet normaal is. Hoe voelt iemand zich op weg naar een misdaad? Wie troost of steunt hen achteraf? Hoe rijmt men het katholicisme met lid zijn van de maffia? Van dit soort vragen gingen de scenarioschrijvers uit. Zij besloten dat de Cosa Nostra een vorm van absurditeit bevat die dicht aanleunt bij het echte leven.

Vera Bras Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Saro vlucht naar het Noord-Italiaanse Piemonte wanneer hij de opdracht krijgt om een oude vriend te vermoorden. Hij kan er bij Ada terecht waarmee hij een nieuw leven begint. Wanneer ze ook nog van hun dochtertje bevalt kan zijn geluk niet op. Ondertussen heeft het gerecht hem in ruil voor informatie een nieuwe identiteit bezorgt. <i>Il Dolce e l?Amaro</i> heeft een open einde. Of Saro door zijn oude Siciliaanse broeders wordt gevonden en afgemaakt zullen we nooit weten.