Een Ander zijn Geluk

Genre: Drama | Duur: 1u28 | Release: 7 December 2005 | Land: België | Regie: Fien Troch | Cast: Ina Geerts, Natali Broods, Johanna Ter Steege, Johan Leysen, Peter Van den Begin, Viviane De Muynck, Josse De Pauw, Jan Decleir

Dat het debuut van Fien Troch gedurfd zou zijn en van smaak zou getuigen? Niemand die haar kortfilms (zoals het massaal bekroonde ?Maria?) ooit zag, twijfelde daar ook maar één seconde aan. En ze worden niet bedrogen: ook Trochs eerste langspeelfilm is knap in beeld gezet, puik geacteerd, melancholisch en grappig tegelijk. Nogal taai, weerbarstig, moeilijk te plaatsen of omschrijven? Zeker, maar dat kan je in een gestandaardiseerde industrie die televisie- en Jan Verheyen films als ?Nieuwe Vlaamse Film? aankondigt, enkel lezen als een compliment. Vreemd trouwens hoe alle jongetjes in die ?Nieuwe Vlaamse Film? lange, vaak blonde haren hebben. Inzake dat detail past Een Ander zijn Geluk dan toch nog in het rijtje.



Zoals in wel meer debuutfilms krijgen we hier te maken met een multiple stranded narrative -zie ook ons interview met David Bordwell. Terwijl in een Vlaams dorp een kind is doodgereden en de dader vluchtmisdrijf heeft gepleegd, maken we immers kennis met een pak personages die elkaar verdenken en veroordelen. De lege appartementen, het steriele warenhuis en de strakke brillenwinkel waarin die verweesde dorpelingen hun weg zoeken zorgen behalve voor evidente metaforen, ook voor knappe kaders. Visueel roept Een Ander zijn Geluk dus vaak een intrigerende sfeer op. Niet in het minst omdat de neerslachtige personages vaak in grote, lege ruimtes worden getoond, terwijl aan de rand van het kader subtiel details worden benadrukt.



De soundtrack is daarop afgestemd en dus vooral sferisch en minimaal (je krijgt zelfs een ?loodzware stilte? te horen). Tot de kids plots luisteren naar loeiharde eurobeat, of stevige postrock op beelden van huilende personages plakt.



Makkelijk scoren is er dus visueel noch muzikaal bij. Narratief echter komt er al eens een stevige valse noot opzetten. Zo is er het eerst nochtans grappige spel van Els Deceukeleir, die in teveel scènes het soort personage mag neerzetten dat een Karlijn Sileghem (Suspect) tot in de puntjes beheerst: de kwebbelende klapei. Dat breekt de broze, donkere maar onderhuids ook grappige sfeer en is meteen typerend voor de hele prent: de talentvolle regisseur wil teveel inééns. Deceukeleirs karikatuur zet het waaaww-gevoel op de helling, dat je wél krijgt bij de portretten van een zielige én hilarische Johnny De Flow (Jan Decleir als wereldkampioen boksen 1948!), of van de ontredderde moeder van het dode kind (Natali Broods, AWTWB).



Veel van de dorpelingen die rondstruinen in deze heel eigen vorm van tragikomedie, kan je pas op het einde van de rit helemaal plaatsen, wat het zeker de moeite waard maakt om die rit ook uit te zitten. De stoet die met het einde door de straten van het geteisterde dorp trekt, lijkt in niks op de parades uit de films van Ford ?waar de inwoners zich daar rond de vlag verenigden, lijken de majoretten hen hier nog verder uitéén te splijten. Wij kwamen echter ook met een gespleten oordeel de zaal uit. Want leuk bekeken, die blaffende reactie van Viviane De Muynck als haar dochter over het dode kind wil vertellen. Maar waarom wordt dan dadelijk weggeknipt, wat die interessante observatie teniet doet? Met de finale blijkt bovendien dat wat lang een dappere keuze leek (de schuldvraag komt tijdens de film nauwelijks aan de oppervlakte) uitdraait op een halfslachtige verrassing.





Het mangelt deze meest originele van alle ?Nieuwe Vlaamse Films? dus wat aan consistentie, en ook aan urgentie. Tegelijk zouden we Fien Troch maar wat graag de kans zien krijgen haar hoogst unieke combinatie van onderhuidse humor en ontwapenende eerlijkheid dieper uit te werken. Want met deze film toont ze een eigen smoel en dat is net wat the doctor ordered. Tenslotte kunnen wij zo ellenlange lijsten maken van bijzonder talentvolle regisseurs (Jane Campion of Sally Potter, om iemand te noemen) die enkele films nodig hadden voor ze echt op pellicule kregen wat ze kwijt konden.





Als wij het Vlaams Audiovisueel Fonds runden, kreeg de meest talentvolle regisseur van haar generatie dus nú een gigantisch budget om een opvolger te maken. Maar ook de eis om een strenge (co-) scenarist te zoeken.

Jan Sulmont Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien