Red Cliff
Genre: Actie / Avontuur
| Duur: 2u26 | Release: 25 Maart 2009 | Land: China | Regie: John Woo | Cast: Tony Leung, Takeshi Kaneshiro, Fengyi Zhang
Regisseur John Woo keert na een periode in Hollywood terug naar zijn bakermat om met Red Cliff de duurste Chinese productie aller tijden te maken. Deze actieman staat vooral gekend om zijn hypergestileerde vuurgevechten (zie Hard Boiled en Face/Off). Woo was de laatste tijd met Mission Impossible II, Windtalkers en Paycheck echter in het sukkelstraatje terechtgekomen, maar werkt zich met Red Cliff opnieuw op naar een aanvaardbaar niveau.
Het verhaal primeert zelden bij John Woo en dat is ook deze keer niet anders. Een sleutelmoment uit de Chinese geschiedenis wordt aangegrepen om een flinke portie actie te serveren. Deze speelt zich af aan de voet van de rode klif uit de titel. Het Zuiden van China wordt aangevallen door de machtige bevelhebber Cao Cao. De krijgsheren Liu Bei en Sun Quan moeten de krachten bundelen om een kans te hebben tegen het gigantische leger van Cao Cao, maar blijven hopeloos in de minderheid. De underdog kan echter rekenen op enkele uitmuntende generaals en vooral op de begenadigde strategen Zhou Yu en Zhuge Liang.
De film bestaat oorspronkelijk uit twee delen -beiden een kassucces in China-, maar is in zijn Europese versie teruggebracht tot 146 minuten. Een ingreep waar we eigenlijk niet echt rouwig om zijn, want zelfs deze ingekorte versie kent enkele dode momenten. De veldslagen zijn wel spectaculair georchestreerd en van een grootte die we eerder enkel zagen bij Lord of The Rings. Historische correctheid hoeft u niet al te hard gaan zoeken, maar een leuk detail is wel dat ook de vrouwen een belangrijke rol toebedeeld krijgen.
Bij een dik budget hoort vanzelfsprekend een topcast. De Chinese klasbak Tony Leung Chiu Wai (Lust, Caution, In the mood for love, Infernal Affairs) deelt de hoofdrol met Takeshi Kaneshiro (Chungking Express). Jammer genoeg verwart Woo diepgang in de personages leggen met hen pseudodiepzinnig de verte in te laten staren. Het scenario verdrinkt in de dik aangezette heroïek, waardoor de acteurs geen kans krijgen.
Een vergelijking met de wuxia-epossen van Zhang Yimou waarin deze acteurs wel schitterden (Hero, House of flying daggers) dringt zich op, en het is duidelijk dat Woo hier aan het korte eind trekt. Alle goedbedoelde pogingen ten spijt missen we hier de poëtische schoonheid die Yimou moeiteloos weet te combineren met flitsende actie, en ook het verhaal emotioneel meebeleven is er niet bij.
Toch weet Red Cliff dankzij een sterke finale uiteindelijk nipt te overtuigen. Leuk is met name dat Woo naar zichzelf verwijst door het opvoeren van witte duiven (toch een beetje zijn handelskenmerk) en te eindigen met de zwaardvechtequivalent van een finale shoot out. Met zijn grootse veldslagen en vele ontploffingen is dit duidelijk voer voor het grote scherm. Rep u dus naar de cinema, maar enkel als u van Woo en stratego houdt.