Les Géants
Genre: Coming of age
| Duur: 30 min. | Release: 12 Oktober 2011 | Land: België, Luxemburg | Regie: Bouli Lanners | Cast: Marthe Keller, Paul Bartel, Martin Nissen, Zacharie Chasseriaud
Aan het eind van de jaren ’90 – en onlosmakelijk, die van onze jeugd -, hielden wij ons nog voltijds bezig met het beklimmen van bomen, houden van hooigevechten, afstormen van deathrides en het graven van tunnels voor onze glimmende matchbox-bolides. De mooiste plekjes ter wereld heetten toen nog niet Marrakech of Mali maar wel De Heuveltjes, De Putten en de Oude Landen of gewoonweg ‘onzen hof’. Maar nadat 2Fabiola, de Playstation en de puberteit hun venijn hadden verspreid verloor de natuur voorgoed haar magisch appeal en verwierf ze dat verwoestende stigma dat als een donderwolk boven elk tienerhoofd hangt: “Keisaai!”. Gelukkig is er nu Les Géants dat op een riante scheut weemoed trakteert en ons voor enkele heerlijke momenten terug de wereld van weide en bos in katapulteert.
Ontmoet Zak, Seth en Dany, drie tieners die in het Waalse wasteland op zoek gaan naar wat ontspanning en vertier. Met de afwezigheid van enig ouderlijk gezag en een saaie en hete zomer voor de boeg zoeken ze hun toeverlaat in zachte drugs en idyllische autoritjes. Maar wanneer de tank leeggereden is en hun portefeuille zijn laatste briefje heeft prijsgegeven moeten de drie boefjes op zoek naar geld. Schelmenstreken maken plaats voor de grimmige realiteit van een land waarin jongeren steeds aan het kortste eind trekken en onschuld, luidop dromen en naïviteit worden beboet.
Bestonden Bouli Lanners’ Ultranova en Eldorado nog uit een onsamenhangende stroom van grimmigheid en gags dan levert de olijke Waal met Les Géants zijn meest coherente en meeslepende werk tot nu toe af. Toegegeven, de plot bengelt nog steeds aan een dun koordje, de nevenpersonages zijn vaker van bordkarton dan van vlees en bloed en enkele mooie verhaallijnen blijven onbenut, maar daarmee is werkelijk al het slechts gezegd. Meer dan ooit weet Lanners zijn eigen universum te scheppen, waarin humor en tristesse hand in hand lopen, bitterheid en pracht dezelfde munt beslaan en de grootste uitspraken in een blik schuilen. De brisante kleuren van de fantastische vista’s – eens koel, dan weer warm en ingedekt in een schilderachtig scoopformaat -, brengen samen met de bezwerende muziek van The Bony King of Nowhere perfect de mistroostige hoopvolheid over. De simpele dromen van Zak, Seth en Dany staan dan wel in schril contrast met de vijandige grotenmensenwereld er rond, altijd is er de stille schoonheid van de natuur die als een oude mantel over hen heen hangt. Zo gebeurt er halverwege de film iets wondermooi met een aftandse auto, een gsm en een maïsveld. Reken daarbij nog drie fantastisch acterende schelmen die schijnbaar ongecompliceerd en met bakken panache de dweperige tieneridolen van Harry Potter en consoorten moeiteloos overstijgen.
De subtiele schoonheid van Bouli Lanners' lotgevallen zullen zich als kleine bolsters vastzetten op uw vastgeroeste hart
Bouli Lanners is met Les Géants duidelijk op een keerpunt beland. De ruwe kantjes van zijn voorgangers zijn eraf geschaafd, soms is het resultaat daardoor iets te gepolijst en illustratief maar vaker uiterst gebalanceerd en accuraat. Op zijn beste momenten tovert hij de meest banale akkefietjes om tot een wondermooie beeldenpoëzie waarin steeds dat aartsmoeilijke evenwicht wordt afgetast tussen alledaagse banaliteit en universele heldenmoed. Lanners vertelt geen groots verhaal en dat zal hij wellicht ook nooit doen, maar de subtiele schoonheid van zijn lotgevallen, acteursregie en beeldcompositie zullen zich als kleine bolsters van schoonheid vastzetten op uw vastgeroeste hart.
Nu alle deathride-touwen voorgoed zijn geknapt, matchboxen vergaan tot roest en De Heuveltjes zijn platgewalst is het maar best om niet teveel achteruit te kijken. Ook de drie schelmen lijken dit op het eind van Les Géants te beseffen. In een laatste, verzengend mooi shot zoeft de camera over een uitgestrekte rivier. Bomen langs de kust en op een eilandje temidden van al dat water flitsen voorbij, terwijl enkele vogels wegvliegen en de zon zich hardnekkig doorheen het wolkendek probeert te breken. Geen idee waar het water naartoe leidt maar in België zijn we al lang niet meer.
Ruben Vandersteen Helemaal (niet) akkoord? Lees de