X-Men Origins: Wolverine
Genre: actie / fantasy
| Duur: 1u47 | Release: 29 April 2009 | Land: VS | Regie: Gavin Hood | Cast: Hugh Jackman, Liev Schreiber, Danny Huston, Lynn Collins
Nadat er eerder met X-men 1, 2 en 3 drie middelmatige films rond de gelijknamige Marvel Comics reeks de wereld werden ingestuurd, is het nu tijd voor een prequel rond Wolverine. Het ruikt naar (nog meer) geldklopperij en dat is het gewoon ook. Op zich is X-Men Origins: Wolverine nochtans niet kwaad voor een avondje ontspannende actie, maar het blijft gewoon onbegrijpelijk hoe weinig lessen er getrokken worden uit eerdere comicmiskleunen als Spider Man, Ghost Rider, Daredevil, Fantastic Four, The Punisher en Catwoman. Vooral omdat met Sin City en The Dark Knight wél werd aangetoond dat er fantastische dingen kunnen worden gedaan met het genre. We vatten even voor u samen.
Na een korte intro rond de jonge Wolverine en zijn broer Sabretooth aan het einde van de 19e eeuw volgt een begingeneriek die ons via enkele verwijzingen naar filmklassiekers naar de periode vlak voor de eerste X-men film brengt. Wolverine en Sabretooth zijn lid geworden van een speciaal mutanteneskader onder leiding van kolonel William Stryker, maar Wolverine begint zich vragen te stellen over hun acties en over de toenemende bloeddorst van zijn broer.
Wat volgt is een lange poging om het verhaal waarnaar we kijken in overeenstemming te krijgen met wat we eerder zagen in de X-men trilogie. Het personage Wolverine had daar immers al zeer ruime aandacht genoten ? begrijpelijk, want het is inderdaad een van de meest interessante karakters in de serie. Dit zorgt voor redelijk wat voorspelbaarheid. Ruzie met broer? Check! Ruzie met Stryker? Check! Skelet van adamantium? Check! Geheugenverlies? Check! Gooi daar dan nog een verplichte love interest en enkele levenslessen bij en je hebt een scenario dat bulkt van de clichés. Ook de diepere lagen rond racisme en vreemdelingenhaat die Bryan Singer in de eerste twee delen toch op zijn minst probeerde in het verhaal te krijgen ontbreken hier.
Wat deze film bijeenhoudt zijn in de eerste plaats de acteerprestaties. Hugh Jackman is vanouds goed als Wolverine, en ook Liev Schreiber zet een sterke Sabretooth neer. Beiden zijn bij de weinigen die er -mede dankzij hun indrukwekkende fysiek- in slagen een mutant geloofwaardig te vertolken -take that, Halle Berry! Ook Danny Huston levert een sterke bijrol als William Stryker, en daarnaast zijn enkele spectaculaire actiemomenten -diamantoverval, slotgevecht- zeer te pruimen.
Maar van regisseur Gavin Hood (Tsotsi, Rendition) hadden we gewoon meer verwacht dan een onderhoudende actieprent. Scènes waarin de held vlak voor een ontploffing wegrijdt op de motor of luid brullend en met getrokken klauwen zijn woede mag uiten getuigen nu eenmaal niet van grote inspiratie. Jammer is ook dat de scherpe randjes van het karakter van Wolverine eraf zijn gevijld: hij is eigenlijk wat braafjes, terwijl je in een film over zijn oorsprong zou verwachten dat net zijn dierlijke kant meer aan bod zou komen. Ook de introductie van het personage Gambit, nochtans een van onze favoriete X-men, is niet helemaal geslaagd te noemen -let hierbij trouwens op de cameo van pokerster Daniel Negreanu.
U hoort het: ondanks enkele positieve punten kan X-men Origins: Wolverine zich gewoon inschrijven op de boulevard van de gemiste kansen, waar de rest van de stripverfilmingen zich ophouden. En toch: de kans is groot dat we bij een volgende Origins opnieuw in de zaal zitten. Niet hoeven nadenken is soms wel eens leuk.
Simon Smessaert Helemaal (niet) akkoord? Lees de