Antichrist

Genre: Horror | Duur: 1u44 | 2009 | Release: 16 September 2009 | Land: Duitsland, Denemarken, Zweden | Regie: Lars Von Trier | Cast: Willem Dafoe, Charlotte Gainsbourg | Scenarist: Lars Von Trier

Het is gebeurd. Von Trier maakte een horrorfilm. Laat ons in de eerste alinea de criticasters al lik op stuk geven: als je smalend dacht dat Dancer in the Dark, of Direktøren for det hele al horror genoeg was, heb je Antichrist duidelijk nog niet gezien.

Zoals bij wel meer horrorprenten is ook hier de plot nogal licht. Tijdens een stomende vrijpartij valt het kind van man- en vrouwlief uit het raam. De moeder (Gainsbourg) heeft het hier zeer moeilijk mee en haar man - een therapeut, gespeeld door Dafoe - helpt haar bij het verwerkingsproces. Hiervoor gaan ze samen haar grootste angsten tegemoet in een donkere hut in het midden van een groot, in mist en vallende eikels gehuld woud.

 

Tot zover de gekende bewandelde paden. Ware het niet dat Von Trier kiest voor een non-conformistische vorm: het in een proloog, vier hoofdstukken en een epiloog ingedeelde Antichrist verbrandt heel wat heilige huisjes. Maar meer nog dan de gruwelijke vorm van wat je te zien krijgt, is de inhoud ronduit shokerend. Van de verwijten dat de film mysogien is, moet je alvast niet veel geloven. Ook al kan de vrouw in het verhaal geen reëel onderscheid maken tussen de vrouwonvriendelijke teksten die ze bestudeert en haar eigen psyche, haar man zet haar met beide voeten op aarde. Wat echter wel meer dan waar is, is de extreme gruwel waar Von Trier je aan onderwerpt. Het feit dat het geweld zo huiselijk is, maakt het veel gruwelijker dan het bloedspatten in bijvoorbeeld Saw. Wat je juist te zien krijgt, onthouden we je. Daar moet je maar snel even voor naar je dichtstbijzijnde cinema.

Wat kunnen we wel met je delen? Het feit dat de cinematografie om vingers en duimen bij af te likken is. Niet alleen wekt Anthony 'Dod' Mantle op intelligente manier enkele klassiekers van het genre tot leven, hij voelt zich evenmin als M. Night Shyamalan in The Village genoodzaakt om alles pikdonker te maken. Je ziet dus letterlijk de gruwel.
Dit levert zo af en toe een meesterlijk stukje body horror op, maar zorgt er vooral voor dat je als kijker gebiologeerd staart naar een gegeven dat zo levensecht was begonnen. En de mens, die is tot veel in staat. De weerkerende tegenstelling tussen verheerlijkend estheticisme en platvoerse camera-op-de-schouder-shots vervreemdt je ietwat. Maar door op geen enkel moment de foute keuze te maken, brengt hij de kijker net dichter bij het verhaal. Want iedereen zou het hutje dat zo pittoresk in scène gezet is wel willen binnengaan. De (visuele) gruwel die er achter schuilgaat daarentegen moet je als rechtstreeks gevolg daarvan ondergaan.

Het is gebeurd. Von Trier maakt een horrorfilm.

De verwijzingen naar Von Triers idool Carl Dreyer liegen er ook deze keer niet om, en dan vooral naar het einde van de film, waar de man met de vrouw afrekent. Ook de zwart-wit-fotografie in de pro- en epiloog had van Dreyer kunnen zijn. Maar ook Bergman schuilt in de bosjes: let vooral op de plaatsing van gezichten en lichamen in gesprek en het feit dat er - Scènes uit een huwelijksleven- en Saraband-gewijs - maar twee personages zijn.

En wat moeten we dan denken van de opdracht aan Tarkowski? Zowat elke scène in het bos herinnert aan diens De jeugd van Yvan. De angsten die de personages daarbij moeten doorstaan, staan misschien wat los van het origineel, maar de levensechtheid ervan pakt je bij de keel.

Omwille van het wat storende ritme en de trage vooruitgang die het verhaal boekt, is de film toch geen viersterrenkanon geworden. Want we weten dat hij beter kan. Maar zelfs een Lars Von Trier die niet op volle toeren draait, is al pakken beter dan wat er de laatste tijd in roulatie komt. Waar wacht je dus nog op?

Beau Janssens Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Manlief wordt serieus verminkt door zijn vrouw. Zij amputeert dan weer haar eigen schaamlippen en een keer hij de slijpschijf van zijn been gedraaid krijgt, gooit hij haar op de brandstapel. Hij mankt in de epiloog terug richting beschaving.