There Will Be Blood
Genre: drama
| Duur: 2u37 | 2007 | Release: 20 Februari 2008 | Land: VS | Regie: Paul Thomas Anderson | Cast: Ciarán Hinds, Kevin J. O'Conner, Paul Dano, Daniel Day-Lewis | Scenarist: Paul Thomas Anderson
Een inktzwart scherm waarover ondraaglijk schreeuwende violen krioelen. Plots de overgang naar een kurkdroog, van alle leven verstoken rotslandschap. Vervolgens twintig woordeloze minuten, waarin we Daniel Plainview zich zien opwerken van eenvoudige zilvermijnwerker tot beginnende oil man. Je weet meteen wat te verwachten: ten eerste dat deze film alles in het werk zal stellen om het de kijker niet makkelijk te maken. En ten tweede dat dit ofwel het zelfzekere meesterwerk wordt dat de bloedmooie openingsscène suggereert, ofwel één kwak hopeloos over het paard getilde auteurscinema is. 157 minuten later was het ons wel duidelijk: There will be Blood is, veel meer nog dan het al weergaloze No Country for Old Men, de eerste echte instant klassieker van het nieuwe millennium. Een binnenstebuiten gekeerd, magistraal anti-epos, druipend van olie en klasse.
De uit graniet gebeitelde Plainview (Daniel Day-Lewis) slaagt er dankzij het uitbaten van verschillende oliebronnen in een bescheiden imperium op te bouwen in New Mexico. Nadat hij van de mysterieuze Paul Sunday (Paul Dano) een mysterieuze tip krijgt over "an ocean of oil" in Little Boston (Californië), besluit hij met zijn geadopteerde zoon H.W. de lange reis naar het Westen te ondernemen, in de hoop effectief de megalomane oliebaron te worden die hij tot in zijn kleinste vezel wil zijn. Ter plekke stuit hij inderdaad op een van olie barstende ondergrond, maar ook op de gemeenschap van Little Boston erboven, wiens kerk geleid wordt door Pauls tweelingbroer Eli Sunday (eveneens Dano), een onwezenlijke, aan waanzin grenzende predikant en kerkleider; een babyface die zijn kudde leidt als een baardige, oudtestamentische profeet.
Meteen wordt duidelijk dat hun relatie er een wordt van twee vechthanen, die het bestaan van de ander niet kunnen verdragen in dezelfde wereld: haast instinctief lijken ze erop gericht de ander te vernietigen vanuit eenzelfde negatieve energie; mensenhaat versus godsdienstwaan. Naarmate dit zinderende conflict zich opbouwt, wordt ook langzaam duidelijk dat hier niet zomaar een verhaal wordt verteld over prille en harde oliewinning in Californië. Nee, de film ontvouwt zich als een groteske zwarte parabel, een beheerst maar driftig boetseren van de Amerikaanse ziel uit haar twee oercomponenten: blinde religie en rigoureus kapitalisme.
De vraag werpt zich op hoe je dergelijke uitputtende strijd laat eindigen. Het is hier dat de film zich het gedurfde meesterstuk toont, middels een absurde, haast burleske finale, die zodanig haaks op het voorgaande staat dat je je in het schijnsel van de aanfloepende zaallichten misschien wat bedrogen voelt. Het vergt namelijk behoorlijk wat suspension of disbelief van de kijker en Day-Lewis balanceert er voortdurend op de rand van net-niet-erover ("I am the Third Revelation", brult-ie uitzinnig, "I am who the Lord has chosen"), maar het is, als je 't even laat bezinken, het enige mogelijke einde voor een film van dit kaliber.
Een binnenstebuiten gekeerd, magistraal anti-epos, druipend van olie en klasse.
There will be Blood is een absoluut en zelfzeker meesterwerk, met centraal de prachtige vertolkingen van Paul Dano (de zwijgende Nietzsche-fan uit Little Miss Sunshine) als de kromme zielenherder en Daniel Day-Lewis als niets en niemand ontziende oliebaron Plainview, zijn Bill the Butcher uit Gangs of New York was slechts een voorstudie voor dit haast mythische oerwezen.
Regisseur Paul Thomas Anderson, van Magnolia-faam, besefte gelukkig maar al te goed dat dergelijk duel enkel kan gedijen in een statig, majestueus en in de tijd bevroren decor. Geen roetsjbaancinema deze keer, evenmin als lange, van zelfbewustzijn getuigende tracking shots, maar lang aangehouden, briljant gecomponeerde kaders als arena voor deze schuimbekkende, alles ontregelende strijd.
Na The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford, Into the Wild en No Country for Old Men is dit al de vierde wondermooi in beeld gebrachte en geduldig openbloeiende auteursfilm op korte tijd, maar deze kerft het diepst en onthutst het meest. There will be Blood is één gloeiende gulp olie op het vuur van de hel, waarin twee onvergetelijke karakters worden gesmeed.
Hannes Dedeurwaerder Helemaal (niet) akkoord? Lees de