Turbo Kid

Genre: Cult | Duur: 1u35 | Release: 1 Januari 2015 | Land: Canada | Regie: François Simard, Anouk Whissell, Yoann-Karl Whissell | Cast: Munro Chambers, Laurence Leboeuf, Michael Ironside, Edwin Wright, Aaron Jeffery, Romano Orzari

De jaren tachtig zijn in op dit moment. Maar tussen al die remakes, reboots en hommages, is het soms moeilijk om een echt goede film te vinden. It Follows was een aardige poging en ook The Guest wist enkele noten juist te slaan. Maar de eer voor de film die het gevoel en de sfeer van die foute jaren tachtig films waarschijnlijk het best weet op te roepen gaat voorlopig naar Turbo Kid.

 

De film speelt zich af in een post-apocalyptische toekomst waarbij een nucleaire holocaust een groot deel van de aarde onbewoonbaar heeft gemaakt. Kid is een tiener die op zijn eentje probeert te overleven en hij verzamelt het liefst van alles strips van Turbo Rider. Wanneer hij het meisje Apple bevriendt, wordt zij plots ontvoerd door een handlanger van Zeus, een megalomane slechterik. In een ondergrondse bunker vindt Kid een kostuum van Turbo Rider. Hij krijgt de kans om in de huid van zijn held te kruipen en zijn vriendin te redden. Misschien nog een kleine aanvulling: het jaar waarin dit alles zich afspeelt, is 1997.

Turbo Kid is dus als een natte droom voor zij die opgroeiden in de jaren tachtig en negentig, en waar je destijds als tiener naar verlangde. Het is de Apocalyps die verkeerd afliep, waarbij de coole outfits uit films als Mad Max vervangen werden door de belachelijke varianten die je in het echt zou verwachten. Verplaatsingen gebeuren niet met gemodificeerde auto’s of motors, maar met fietsen. Knappe en stoere dames nemen het op tegen gestoorde freaks, die net als de andere personages zo uit een televisieserie van toen lijken te zijn weggelopen. Viewmasters, Rubiks kubussen, gameboys, strips en cassetterecorders passeren de revue en halen gegarandeerd het kind in je naar boven.

De film speelt knap in op de nostalgische gevoelens en de voorliefde die sommigen onder ons voor die typische B-films ontwikkeld hebben. De referenties naar klassiekers stapelen zich op, gestoorde humor wordt afgewisseld met een stevig potje bloedvergieten, met enkele hoogst originele sterfscènes inbegrepen. De soundtrack bestaat uit een mix van typische jaren tachtig pophits en een stevige synthesizerscore.

Turbo Kid is als een natte droom voor zij die opgroeiden in de jaren tachtig en negentig

Het is duidelijk dat de makers met deze film hun eigen jeugddroom in vervulling zagen gaan. Voor hun debuutfilm brengen ze het er trouwens bijzonder goed vanaf en ze kiezen gelukkig voor hun eigen energieke stijl in plaats van voor de zoveelste keer een Grindhouse-stijl toe te passen zoals Quentin Tarantino of Robert Rodriguez dat deden.

Bovendien worden ze ondersteund door een sterke cast. Munro Chambers geeft perfect gestalte aan Kid en Laurence Leboeuf zorgt ervoor dat je als kijker verliefd wordt op de hyperkinetische maar charmante Apple. Als kers op de taart wordt Zeus gespeeld door niemand minder dan cult-icoon Michael Ironside! Het is dus niet verwonderlijk dat de film de Audience Award won op SXSW 2015 en op luid applaus onthaald werd hier bij ons op het BIFFF.

Jeroen Van Rossem Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de finale confrontatie blijkt dat Zeus een robot is, net als Apple. Wanneer Kid Zeus met een explosie doodt, scheurt de aarde waardoor ze ook een bron van water ontdekken. Kid besluit om samen met Apple het dorp te vertalen de desolate wereld te verkennen.