Tokyo Tribe
Genre: Cult
| Duur: 2u00 | Release: 1 Januari 2014 | Land: Japan | Regie: Sion Sono | Cast: Riki Takeuchi, Hitomi Katayama, Denden, Akihiro Kitamura, Shôta Sometani, Ryôhei Suzuki
Dat de Japanse film meer dan één enfant terrible rijk is, wist je waarschijnlijk al. Drie van hen passeerden de revue op Offscreen 2015. Als eerste was het de beurt aan Shion Sono die het festival een jaar eerder ook al mocht plezieren met Why Don’t You Play in Hell. Met zijn opvolger Tokyo Tribe brengt hij ons een knotsgekke yakuza-musical, gebaseerd op de gelijknamige manga van Santa Inoue.
Sono schotelt ons een dystopisch neo-Tokyo voor waar straatbendes één grote passie lijken te delen: hiphop. Elke bende regeert over een district van Tokyo maar Buppa, de baas van de Wu-Ronz in Ikebukuro, lijkt hier geen genoegen mee te nemen. Samen met zijn bloeddorstige luitenant Mera wil hij een oorlog ontketenen om de macht over heel Tokyo te grijpen. Mera, die een persoonlijk eitje te pellen heeft met Kai, bedenkt een list om zowel Kai als het fragiele vredesbestand tussen de bendes te vernietigen.
Wat volgt is een uitbundige cocktail van buitensporig geweld, rappende gangsta’s, megalomane en kannibalistische criminelen, beatboxende serveersters en schaars geklede deernes die er vrolijk op los slaan. Hoogtepunt van de film is waarschijnlijk het personage Buppa, gespeeld door Takeshi Miike’s fetisjacteur Riki Takeuchi. De scènes waarin hij op een afgesneden vinger zit te kauwen, een minigun bovenhaalt om zijn tegenstanders neer te maaien of hij masturbeert met een zwarte dildo en zijn ogen volledig oprollen, blijven op je netvlies gebrand.
Terwijl de personages zichzelf op de vette beats al rappend een weg banen doorheen de dialogen of elkaar met allerhande wapentuig bewerken, dartelt Sono’s camera vrolijk in het rond tussen alle actie. Doordrenkt in een neonkleurig palet en opgebouwd uit haast buitenaardse decors, wordt ons een ongeziene visie van Tokyo voorgeschoteld waarbij onze zintuigen door de visuele overdaad haast tilt slaan.
Uitbundige cocktail van buitensporig geweld, rappende gangsta’s, megalomane en kannibalistische criminelen
Het mag duidelijk zijn dat Tokyo Tribe zichzelf helemaal niet serieus neemt en een stevige dosis absurditeit serveert. Maar achter die zelfspot en parodie merk je ook wel een duidelijke liefde en eerbetoon voor het exploitationgenre en de hiphopwereld. Bovendien is de film doordrenkt met tal van referenties naar films als The Warriors, A Clockwork Orange en Ichi the Killer, waardoor je als cinefiel de hele speelduur van de film blijft gieren van opwinding.
Jeroen Van Rossem Helemaal (niet) akkoord? Lees de