Stand by me
Genre: Coming-of-age
| Duur: 00 min. | Release: 1 Januari 1986 | Land: VS | Regie: Rob Reiner | Cast: Wil Wheaton, River Phoenix, Corey Feldman, Jerry O'Connell, Kiefer Sutherland, Richard Dreyfuss
Verreweg de allerbeste Stephen King-verfilming (The Shawshank Redemption en The Shining dan even buiten beschouwing gelaten) zal wel deze Stand By Me zijn. Het is niet alleen een klassieker geworden, het is ook één van de meest geslaagde King-adaptaties, want de film blijft opvallend trouw aan het originele verhaal, waarmee nog maar eens geïllustreerd wordt dat King niet echt een groot romanschrijver is, maar iemand die eenvoudigweg steengoed kan vertellen.
In Stand By Me is de verteller van dienst dan ook een schrijver, Gordie, duidelijk een alter-ego van King zelf, die over een indrukwekkende ervaring uit zijn jeugd vertelt. In 1959 leefde hij als 14-jarige in een onbenullig dorpje waar weinig te beleven viel. Het gerucht dat diep in een naburig bos het lichaam van een leeftijdsgenootje is gevonden, opent deuren naar nieuwe ervaringen en samen met zijn 3 vrienden trekt Gordie er dus op uit, want ze hebben nog nooit een dode gezien en dromen al van de roem die hen te beurt zal vallen als zij het lijk ontdekken. De vier pakken hun rugzak en gaan goedgeluimd op stap. Maar onderweg botsen de jongens op Ace Merill en zijn companen, crapuul van het zuiverste soort, en dat maakt de trip vaak heel spannend of net hinderlijk. Maar ook de confrontatie met henzelf, het bovenkomen van hun diepste zieleroerselen, zoals de angst voor het volwassen worden en nooit weg te zullen raken uit hun boerendorp, de dood van een broer, de mishandeling door een vader, enz. maken dat het uitstapje meer wordt dan een herinnering, eerder een ervaring die hen voorgoed verandert, en die, misschien niet toevallig, samenvalt met de laatste zomer van hun kindertijd.
Wanneer ook de kijker in die roes van nostalgie en vriendschap is beland, is het allang niet meer van belang of de vrienden ooit nog het lijk vinden of niet, of of ze al dan niet in elkaar zullen worden geslagen door Ace en zijn bende. De vier hoofdpersonages zijn er tegen dan immers allang in geslaagd een plekje in het hart van het publiek te winnen, en dat is niet alleen te danken aan de steengoeie hoofdacteurs, maar ook aan het sublieme scenario, een perfect gedoseerde mengeling van avontuur, humor en nostalgie. Want tussen de droefgeestige buien van verlangen naar die onschuldige kindertijd door, valt ook flink wat te lachen. De jongens scheppen er plezier in elkaar's moeder te beledigen, moeten vluchten voor aanstormende treinen en gaan zwemmen in een moeras vol bloedzuigers. Hoogtepunt echter, en een scene die heel wat filmliefhebbers koesteren, is het verhaal dat Gordie voor zijn maten verzint, over een ongelooflijke vreetzak die op een taarteetwedstrijd het publiek onderkotst en daarmee een echte braak-kettingreactie in gang zet. Werkelijk een vort stukje cinema! Met al die belevenissen word je als kijker echt betrokken bij de leefwereld van die knapen, en begrijp je dan ook perfect het licht filosofisch gemijmer van de verteller op het eind van de film, over het aflopen van vriendschappen: "It happens sometimes. Friends come in and out of our lives like busboys in a restaurant.". Dit alles op de tonen van Ben E. Kings evergreen 'Stand By Me', en je raakt onherroepelijk verknocht aan deze film.
Met dit vakkundig ingeblikt drama beleefde regisseur Rob Reiner trouwens het hoogtepunt van zijn carrière (hoewel hij ook nog The Princess Bride, het oscargenomineerde gerechtsdrama A Few Good Men en die andere knappe King-verfilming, Misery maakte). Ook kwamen toen vier jonge acteurs op de voorgrond van wie men veel verwachtte. Will Wheaton, die Gordie speelde, deed echter niets noemenswaardigs meer, en Corey Feldman werd een tieneridool dat na enkele jaren in de drugs en B-films terechtkwam. Jerry O'Connell verging het beter, hij transformeerde van olijk dikkerdje naar gladde Hollywood-boy, die met o.a. Jerry Maguire, Scream 2 en Mission To Mars scoorde. Maar de verwachtingen waren toch het hoogst gespannen voor de meest getalenteerde van al, de sublieme en beloftevolle River Phoenix, die helaas veel te vroeg aan een overdosis overleed, net voor hij op het punt stond groter te worden dan pakweg Leonardo DiCaprio nu is.
Opmerkelijk en bizar dus, hoe de op het einde van de film vermeldde levenslopen van de vier jongens overeenstemmen met de werkelijkheid, al zijn de concrete feiten dan anders en wisselen de spelers wel van rol. De rijping van enkele jaren (de film dateert uit 1986), komt de film dus beslist ten goede, en draagt alleen maar meer bij aan de dramatische draagkracht van deze prent, die zonder twijfel een blijver is in het geheugen van elke filmfanaat.
Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de