O'Brother, Where Art Thou ?

Genre: Absurde Humor | Duur: 1u50 | Release: 4 Oktober 2000 | Land: | Regie: Joel Coen | Cast: George Clooney, John Turturro, Tim Blake Nelson, John Goodman, Holly Hunter

Momenteel loopt hun regiedebuut in een opgepoetste versie (en voorzien van een exclusieve inleiding) weer in de zalen. Na meer dan 15 jaar heeft hij niets van zijn fonkelende kwaliteit en cultstatus moeten prijsgeven. De duivels grappige film noir blijft nog steeds een glimmende rots in de branding, geldt als een modern schoolvoorbeeld van scenarioconstructie en lijkt wel een snelcursus in "Hoe zet ik de kijker op het verkeerde been?"



We hebben het natuurlijk over 'Blood Simple' van de Coen Brothers (Joel en Ethan), één van de meest briljante debuutfilms van de jaren '80, een virtuoze stijloefening waarin de scherpzinnige broertjes op geslepen manier met de verwachtingen van de kijker spelen. Na hun eersteling was het duidelijk: Joel en Ethan kennen hun klassiekers en ze maken er handig gebruik van. Hetzelfde geldt ook voor hun nieuwe film, 'O' Brother, Where Art Thou?', een erg vrije bewerking van de Oddyseusmythe van Homeros, die een schat aan referenties bevat.



Met 8 films over een periode van bijna 20 jaar behoren de Coen Brothers nu niet meteen tot de meest productieve regisseurs die de VS rijk is. Reden waarom de doorgewinterde filmfan telkens reikhalzend uitkijkt naar hun nieuwste werkstuk. Een film van de Coen Brothers valt bovendien nooit zomaar tussen stoelen of banken. Een film van de Coen Brothers is, geliefd of gehaat, toch altijd dat tikkeltje 'anders'.



Dat komt omdat deze onafhankelijke filmmakers doorgaans meer voorrang verlenen aan hun eigen vreemde hersenkronkels dan aan de traditionele, veelal platgetreden paden, om een film tot stand te brengen. Hun films dansen op het koord tussen thriller ('Blood Simple', 'Fargo') en zwarte komedie ('The Hudsucker Proxy', 'The Big Lebowski'), met absurditeit en cynisme als constanten. Vreemde personages, uitvergrote siuaties, groteske anekdotes en surreële droombeelden keren steeds terug, en geven een Coen-film een uniek karakter.



Dat is bij 'O' Brother' niet anders, hoewel de nadruk deze keer meer komt te liggen op de excentrieke personages dan op absurde plotwendingen. De film volgt de belevenissen van de ontsnapte gevangenen George Clooney (schitterend!), John Turturro en Tim Blake, die op zoek zijn naar een schat. Het tempo is gezapig en de belangrijkste gebeurtenissen beperken zich tot ontmoetingen met enkele typische personages. 'O' Brother' moet het vooral hebben van deze (veelal muzikale) intermezzo's, want ertussen lijkt de film een beetje stil te vallen. Als een locomotief die, nadat hij in een plaatselijk station heeft haltgehouden, moeite heeft om zich terug op gang te trekken, en nooit écht op gang komt, totdat hij een nieuw station bereikt, enz...

Tijdens zulke dode momenten zorgen de zoals steeds inventieve fotografie, en het prachtige, geelbruine kleurenpalet, wel voor enige redding.



Het is dus de traagste en ook meest muzikale film van de Coen Brothers, maar zeker niet hun beste. Hoewel ze nooit een slechte film zullen maken, blijf je ditmaal toch een beetje op je honger zitten. Je mist dat tikje extra, die 'schwung' van hun ander werk.

Dat is het nadeel van een dergelijke imposante reputatie. Wie grote films als 'Blood Simple', 'Barton Fink', 'The Hudsucker Proxy' of 'Miller's Crossing' zag, is met minder niet langer tevreden.

Christoph Foqué Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien