Les glaneurs et la glaneuse
Genre: documentaire
| Duur: 1u22 | Release: 25 April 2001 | Land: | Regie: Agnès Varda | Cast: Agnès Varda
In deze documentaire is Agnes Varda, grootmoeder van de Nouvelle Vague, zelf de glaneuse uit de titel. Dat is iemand die de restjes na de oogst binnenhaalt, die de brokjes sprokkelt waar ze kunnen worden gevonden. Tijdens haar zoektocht door Frankrijk geeft ze commentaar op zichzelf, over hoe haar handen oud zijn geworden, haar liefde voor de schilderkunst. Maar het gaat hier niet om nostalgisch gebazel van een oud vrouwtje. Alle opmerkingen hangen stevig vast aan haar thema, de glaneurs. Dat is dus iedereen die de overschotten, de rest, de vuilnis bijeenrakelt. Dan hebben we het over appels en druiven, maar ook over het koper in weggeworpen televisies en de nog eetbare charcuterie die in de container naast de Delhaize ligt weg te rotten. En vooral, over wie die in 2001 in Frankrijk nog moet zoeken.
Zo krijgen we interviews met zigeuners, met voor vandalisme veroordeelde jongeren en hun aanklagers, een cafébazin en een wijnbouwer-psychoanalist. Op de tonen van zowel klassiek als hiphop ('rap de récup') krijgen we beelden on the road van aardappelvelden, musea, de grootstad. We krijgen opmerkingen over sociale rechtvaardigheid en over kunst én we krijgen humor (de echtgenote van die wijnbouwer heeft haar laatste analyse nog niet achter de rug).
Een stevige boterham, dat alleszins. Tussendoor weet Varda ook nog eens het filmvak zelf van kanttekeningen te voorzien. Deze soms mijmerende, soms abrupte krachttoer moet je niet in pakweg Kinepolis verwachten. Dat hoeft ook niet. De liefhebber van dit soort sociaalvoelende metafilm is bij deze gewaarschuwd: dat deze grande dame ondertussen de zeventig lang is gepasseerd, zorgt niet voor minder pakkende beelden op haar digitale camera.
Een digitale camera, dat had Varda niet toen ze in de jaren vijftig begon te filmen. Dat ze hem nu gebruikt is logisch, in haar hele carrière greep ze telkens naar de modernste technieken om haar thema's subjectief -bijvoorbeeld via interviews over het hoofdpersonage met nevenfiguren- en abstract in beeld te brengen. Meteen de kenmerken van de Franse Nouvelle Vague-filmperiode. Daar wordt ze dan ook als voorloopster van beschouwd. Ze maakt films als Vagabond met Sandrine Bonnaire (Gouden Leeuw van Venetië), AV sur Jane B. En Kung Fu Master, waarin de veertigjarige Birkin passioneel verliefd wordt op een veertienjarige.
Prachtige beschouwing over het sprokkelen van wat het leven achter laat.
Een vrouw die in die jaren zo'n filmografie bij elkaar sprokkelt, u kon al vermoeden dat ze geen doetje is. Ze dwingt behoorlijk wat respect af. Dat valt te zien aan de manier waarop ze in Les glaneurs et la glaneuse mensen uit de zelfkant van de maatschappij -en anderen- aan het vertellen krijgt. Een even duidelijk teken zijn de cameo's in haar feestfilm 101 Nights uit 1994, waarin hoofdpersonage Michel Piccoli als Mister Cinema bezoek krijgt van Belmondo, Deneuve, Delon, De Niro, ... . Ook toenmalig tieneridool Leonardo Di Caprio kwam langs op de set, maar die heeft Varda eruit geknipt.
Sommigen zullen allicht vinden dat ze hier ook zichzelf beter wat meer uit de documentaire had geknipt. Maar zo zijn er ook sommigen die geen poëzie op pellicule kunnen overzetten. En dat, dat kan Agnès Varda wel. Deze, in haar termen 'documentaire-routard-en-voiture' is daar een goed, neen, een prachtig voorbeeld van.
Jan Sulmont Helemaal (niet) akkoord? Lees de