Margin Call
Genre: Thriller
| Duur: 1u47 | Release: 25 Januari 2012 | Land: VS | Regie: J.C. Chandor | Cast: Kevin Spacey, Stanley Tucci, Jeremy Irons, Simon Baker, Demi Moore, Paul Bettany, Zachary Quinto, Mary McDonnell
“The best things in life are free, but you can keep 'm for the birds and bees. Now give me money!” Zelfs aan het prille begin van hun carrière wisten The Beatles zoveel: geld hebben is fijn. Een halve eeuw later is er niet veel veranderd en loopt de wereld nog steeds diezelfde roes van het klingelend koper en klaterend goud achterna. Maar met enkele financiële mastodonten op de rand van uitsterven, een googleplex aan wereldwijde overheidsschuld en een handvol knorrende Indignado's en Occupiers komen er barstjes in het pantser der kapitalisme. Voorafgegaan door het onderschatte Wall Street: Money Never Sleeps klopte een onbekende docudraaier op de poorten van Tinseltown voor wat geld en stampte er een slinks filmpje mee uit de grond. De debuutfilm van J.C. Chandor Margin Call, gedraaid met een schamele vier miljoen (gierige vrekken!) en een fonkelende cast, is daarvan het resultaat.
Op het moment dat een rijzige investeringsbank naar het model van Lehman Brothers een grote hap personeel van de hand doet, ontwart een jonge analist uit een hoop rommelige cijfers een financieel doemscenario. Na een avondje van kronkelende getallen en dalende diagrammen blijkt het hele bedrijf, door een reeks onoverzichtelijke investeringen, op de rand van het faillissement te staan. Als een klein vonkje op lekkend zwavelzuur ontketent dit een storm die de wereldeconomie voorgoed zal hertekenen. Een na een sijpelen de grote bonzen het brandend schip binnen om er tegen dageraad nog zoveel mogelijk munt uit te slaan. Want wie oplette tijdens de lessen economie weet: Time is Money!
Dat Margin Call een clever filmpje is, inspelend op financiële rancune en onze nefaste graai-economie, neemt niet weg dat het een begeesterd verhaal brengt van brandende actualiteit. Wat Soderberghs Contagion vorig jaar met de EHEC-pandemie deed, dat doet Chandor met het zieke kapitalisme. Gekaderd in een periode van 24 uur perst hij deze hoogmis van een grootbank in de spanningsboog van een suspensethriller, waarbij hij de verhitte voltages vooral laat knetteren tussen de leden van zijn sterrencast. De kale knikker van Stanley Tucci weet zoals steeds probleemloos empathie op te wekken, het kostuum van een vermoeide CEO valt Kevin Spacey wonderwel om de schouders en de flamboyante grotesk van Jemery Irons stelt nimmer teleur.
Maar als Margin Call grossiert in de strakke dialogen en dito vertolkingen dan verzuimt J.C.Chandor het om de andere elementen uit zijn film naar datzelfde niveau te tillen. De flepse fotografie is louter functioneel en decors zagen er zelden zo saai uit (die duffe bureaus, die steriele topless bar). Benepen ruimtes en alledaagse achterkamertjes als deze smeken om de meesterhand van iemand als Sidney Lumet, of de flitsende nerveux van Paul Greengrass. In Margin Call blijft de spanning echter wat aan de oppervlakte kleven, strooit Chandor enkele dure woorden en halfbakken genreclichés de lucht in, waardoor de nakende rampspoed nooit echt tastbaar wordt. Het metaforische einde (iets met een dode hond en een kuil) is de overbodige afsluiter van een film die bulkt van de goeie intenties maar uiteindelijk schittert in middelmatigheid.
“Its just money; its made up. Pieces of paper with pictures on!” Rollend uit de magnifieke mond van Jeremy Irons klinkt dit heerlijk stukje dialoog als een boeddhistische wijsheid. Jammer dat we onze plezierige huisbazin maar niet van hetzelfde kunnen overtuigen. Maar ach, misschien schuilt de echte wijsheid niet in deze Margin Call, noch in de onverzadigbare hebzucht van allerhande geldcollectors, maar wel in een doodgewoon liedje. Hoewel Josh Homme er tegenwoordig ongetwijfeld een goedgevulde portemonnee op nahoudt vat hij op Songs for the Deaf de workingman blues wondermooi samen: “I ain't worth a dollar, but I feel like a millionaire.”
Ruben Vandersteen Helemaal (niet) akkoord? Lees de