Il Divo
Genre: politieke film
| Duur: 1u40 | Release: 14 Januari 2009 | Land: Italië | Regie: Paolo Sorrentino | Cast: Toni Servillo, Anna Bonaiuto, Giulio Bosetti
Voormalig premier van Italië, Giulio Andreotti, gelooft niet in het toeval maar wel in de wil van God. Gedurende vier decennia orchestreerde deze van gestalte gedrongen man de Italiaanse politiek. Dat hij zelf niet goddelijk is, verduidelijkt de Napolitaan Paolo Sorrentino met zijn informatieve film Il Divo. De inleidende verklarende woordenlijst is geen overbodige luxe want er volgt een reconstructie van de complexe machtsmechanismen in het Italië van de jaren ?90, aan de vooravond van de zevende regering van de protagonist.
Een onherkenbare en indrukwekkende Toni Servillo (La Ragazza del Lago) zet met verve de beruchte Andreotti neer als een ondoorgrondelijke, ijzig kalme, uiterst intelligente, erudiete en volhardende figuur. Het was dan ook vooral de bedoeling van de regisseur om de psychologie van deze machtige man vast te leggen. Hier ging een gedreven research aan vooraf. Nochtans verkoos de hoofdrolspeler om zich niet te veel te laten beïnvloeden door de lichaamstaal van de echte Andreotti. Regisseur Sorrentino liet zich deels door de feiten leiden maar ook deels door het beeld dat hij zich zelf vormde van de machtige politicus. Het resultaat is een interessante pseudodocumentaire geworden.
De flitsende score valt op en is naar onze smaak treffend samengesteld. Teho Teardo componeerde ten dele zelf een aantal klassieke nummers en drukt zo een Italiaanse stempel op Il Divo. Zijn grootste verdienste is bovenal dat hij het ritme van een film met een schijnbaar saai onderwerp hoog en levendig houdt. Daar getuigt de keuze voor de inleidende song Toop Toop van Cassius van, evenals bijvoorbeeld de sambaritmes die de glamour en de decadentie van een politiek feestje ondersteunen. Niet alleen de muziekkeuze valt op, ook het geluid is doeltreffend gebruikt. Emanuele Cecere laat zich onder meer opmerken door fluitgeluiden, de weergalmende stemmen van samenzweerders in een kerk en de goed gekozen stiltes.
Andreotti, de man met de talloze bijnamen geloofde niet in een opdeling tussen engelen en duivels. Volgens hem was iedereen een doorsnee zondaar. ?Behalve de Punische oorlogen heeft men mij van zowat alles beticht in Italië?, stelt hij. Sorrentino volgt tenslotte de stroom van aanklachten tegen de politicus. Hierbij laat hij zijn publiek de ruimte voor een eigen interpretatie van dit hoofdstuk van de Italiaanse politiek.