Django
Genre: Western
| Duur: 1u33 | Release: 1 Januari 1966 | Land: Italië | Regie: Sergio Corbucci | Cast: Franco Nero, José Bódalo, Loredana Nusciak, Eduardo Fajardo
Django is een western die je best omschrijft als pure camp. Filmtechnisch is het lang niet altijd hoogstaand, en ook het verhaal neem je met een korrel zout, maar de aparte sfeer maakt dit alles meer dan goed. Haal die cowboyhoed maar alvast van zolder en zet uw puntbottekes klaar.
De toon wordt meteen gezet in de openingscredits. Via het erg kitcherige maar ronduit geweldige themanummer wordt het hoofdpersonage Django geïntroduceerd, zwoegend met een doodskist achter zich aan. Er zijn gemakkelijkere manieren om je te verplaatsen, maar de doodskist blijkt uiteindelijk een cruciale rol te spelen. Onze revolverheld, gespeeld door de helderblauwogige Franco Nero, komt aan in een godvergeten spookstad waar door een bende-oorlog tussen Mexicanen en racistische rednecks enkel nog een groep prostituees is achtergebleven in de saloon. Laat het maar aan Django over om binnen de kortste keren weer wat leven in de brouwerij te brengen ? al mag dat ?leven? gerust ironisch worden geïnterpreteerd.
Django is een typische spaghetti-western, een benaming die werd gegeven aan westerns uit de jaren ?60 en ?70 die zich afspeelden in de Verenigde Staten of Mexico, maar die gemaakt werden door een Italiaanse filmploeg ? vaak ook met Italiaanse cast ? en werden geschoten in Spanje of Joegoeslavië. De film bevat alle kenmerken van het genre, zoals deze werden vastgelegd door Sergio Leone in zijn Dollars-trilogie: barokke framings, lange long takes en een traag montagetempo, een prominent aanwezige score, en plotse uitbarstingen van hevig geweld. Zelfs hoofdpersonage Django vertoont erg veel gelijkenissen met de ?Man zonder naam?, het hoofdpersonage uit de Dollars-trilogie, op legendarische wijze neergezet door Clint Eastwood.
Corbucci is een regisseur die steeds in de schaduw is gebleven van Leone, maar die zeker zijn impact heeft gehad op het genre van de spaghetti-western, misschien met dank aan de meer dan twintig sequels opDjango. Ook wéét je gewoon dat een man als Robert Rodriguez naar deze film heeft gekeken voor hij aan El Mariachi begon.
Django is vooral behoorlijk meer over the top dan de werken van Leone, en ook een pak slordiger. Maar in dit amateurisme ligt net voor een groot deel de charme van de film. Alles is ruwer, minder gepolijst, heeft minder bombast en epiek. Schokkerig camerawerk wordt afgewisseld met mooie close-ups van rondspiedende ogen. De actie wordt er vingerdik opgelegd en is behoorlijk overdreven. Kogels raken maar niet op en ook de obligate shoot-out op het einde is memorabel onrealistisch ? maar daarom niet minder genietbaar. Corbucci slaagt er ook in wat humor in de film te leggen. Zo is de spookstad letterlijk verworden tot één grote modderpoel, waarin we zowaar zelfs een partijtje moddercatch tussen prostituees ten beste krijgen.
Het mag duidelijk zijn, hoogstaande cinema moet u niet echt verwachten. Leun daarentegen gewoon lekker achterover en geniet van een leuke trashwestern die geen minuut verveelt. Wedden dat u binnen de kortste keren ook glazen over de toog staat te schuiven?