Funny Games
Genre: Psychologische thriller
| Duur: 1u48 | 1997 | Release: 4 Februari 1998 | Land: Oostenrijk | Regie: Michael Haneke | Cast: Susanne Lothar, Ulrich Mühe, Arno Frisch, Frank Giering, Stefan Clapczynski
DE BESTE FILM ALLER TIJDEN VOLGENS REDACTEUR BERT LESAFFER
Ik ging naar de bioscoop en zette mij in het beste stoeltje van de zaal. De lichten werden gedimd en de film begon. Mijn lichaam was gevangen in het zitje, mijn ogen in m'n hoofd. Ik kon niet anders dan staren naar de bewegende mensen voor mij. Ik keek naar hen, maar zij zagen mij helemaal niet. Ze deden dingen die helemaal niet beïnvloed werden door mij. Hun leven was het verhaal van de film; het mijne was dat van het beste stoeltje in de zaal. Ik koos er, zonder het goed en wel te beseffen, voor om niks, helemaal niks te doen, behalve te kijken.
Een hele cultuur werd het. Kinepolissen, UGC's, popcorn, super size cola's, massa's publiek, etend en drinkend. Een koppeltje dat op een verloren maandagavond naar de bioscoop gaat. Het lijkt zo ingebed in het dagelijkse leven dat de meest evidente vragen soms verloren dreigen te gaan. En dat het uitgerekend een film is die het vraagteken terug op het einde van de zin zet, is geen toeval. Een speler kan slechts verslagen worden door iemand uit dezelfde liga. Die film is Funny Games van Michael Haneke, mijn beste film aller tijden.
Het zou gemakkelijk zijn Funny Games te beschouwen als een thriller, zeker afgaand op de synopsis: twee jongemannen dringen binnen in het huis van een gezin en terroriseren vader, moeder en kind met allerlei gruwelijke spelletjes. Maar eigenlijk gaat het regisseur Michael Haneke niet om de criminelen of de slachtoffers. Het gaat wel om ons, de kijker. Wij, die lichaamslui de film volgen, behalve met onze blik. Met Funny Games worden we ontmaskerd; enkel onze naakte ogen blijven over. Want als één personage de aanwezigheid van het publiek erkent en hem vragen stelt en opmerkingen geeft, is de kijker niet langer onzichtbaar. En als de vragen over onze honger naar entertainment gaan, onze medeplichtigheid (niet in de daden zelf, maar in de keuze om naar de film te kijken), bereikt de kijkervaring een akelig zelfbewustzijn. De kijker speelt plots een personage in de film, namelijk dat van observerende toeschouwer. Het is een rol die ons als gegoten zit. De gruwel die zich in het verhaal afspeelt, staat in functie van een hoger liggend horrorverhaal, dan van de kijker en zijn film; het niveau van de film verschuift naar de realiteit. En dat het om fictie gaat, is niet langer een excuus wanneer het gaat om de realiteit van onze blik. Funny Games is, volgens mij, de enige film die ingrijpt in de realiteit, omdat hij zich niet op, maar vóór het scherm afspeelt.
Daarmee gooit Funny Games alvast een deel van onze fascinatie terug: waarom kijken wij naar (gewelddadige) films? Het is een thema dat terugkeert in het oeuvre van Haneke, een notoir maatschappijcriticus, maar dat met deze film uit 1997 zijn absolute hoogtepunt bereikte. Funny Games is immers de ultieme ontmanteling van de kijkervaring: 'een film is slechts de bovenbouw van onze driften', lijkt Haneke te willen zeggen. Hoe zou cinema kunnen ontstaan en overleven, dan zonder de constante aandrijving van een drift die we niet onder ogen willen komen? Een film die ons constant wijst op het feit dat we naar een film kijken, verveelt ons in het slechtste geval en maakt ons onrustig in het beste - afhankelijk van waar je kijkt. En Funny Games maakt mij zeer onrustig. In plaats van de drang tot kijken (zonder zelf bekeken te worden) te gebruiken, stuurt hij ze terug. Het verhaal gaat niet over het verhaal waar we naar kijken, maar over het feit dát we kijken. Haneke wijst ons op onze honger, in plaats van ons eten te geven.
Haneke wijst ons op onze honger, in plaats van ons eten te geven.
Het is dan ook geen toeval dat een film als Funny Games eerder controverse zal uitlokken dan films als Saw 2, 3 of 4, of Hostel, hoewel dat ergens bijzonder vreemd is. Funny Games bevat immers tonnen minder expliciet geweld dan de torture porn-films, maar zegt de kijker wel dát hij vaak voor expliciet geweld kiest. Funny Games is dan ook een ironische ervaring: we worden steeds in de verleiding gebracht om stiekem te genieten van de gruwel die de personages meemaken, maar krijgen af en toe een spiegel in het gezicht geduwd, die onze eigen genietende blik weerspiegelt. Het is een spiegel waarin ik mijzelf herken/betrap tot schaamte mij dwingt weg te kijken. En als een film mij zo kan laten afzien, dan moet hij wel mijn favoriete film aller tijden zijn.
Bert Lesaffer Helemaal (niet) akkoord? Lees de