Vase de noces
Genre: Tragedie
| Duur: 1u20 | 1974 | Release: 1 Januari 1974 | Land: België | Regie: Thierry Zéno | Cast: Dominique Garny | Scenarist: Thierry Zéno
Een eenzaat in een verlaten boerderij propt poppenhoofdjes op duivenkopjes en laat ze vliegen als engeltjes. Een dier raakt het menselijke. Het menselijke raakt het dierlijke.
In deze beginscène toont Thierry Zeno meteen waarover zijn film gaat. De mens wil de vleugels van het lagere om hoger te geraken, maar valt onverbiddelijk: het hoofdpersonage neukt zijn varken, maakt thee met zijn uitwerpselen, wordt soms compleet infantiel, begraaft zichzelf onder de grond, maar slaagt er niet in te sterven.
Maar Vase de noces is geen film over bestialiteit en coprofagie. Het is een meesterwerk over archetypes, de dood en de menselijkheid, in zijn begrenzingen en ambitie. Het hoofdpersonage (gespeeld door Dominique Garny) leeft niet, maar hééft te leven. Zijn tragische omgang ermee is er een van verval, alle rituele en symbolische zoektochten ten spijt.
Zo eindigt een processie in een graf en eindigen zijn relikwieën in een afvalput. De religieuze muziek wordt overstemd door mechanisch geluid. Na de dood van zijn zeug staat hij gans alleen, wat hem noopt tot het eten van zijn eigen uitwerpselen. Uiteindelijk wordt hij zichzelf teveel. Enkel de uiteindelijke dood geeft hem vleugels.
Vase de noces ?...vertoont verwantschap met l'écriture automatique en speelt zich af in een gedesintegreerde realiteit, een microkosmos van objecten, fauna, flora en de hemel waar thema's als de liefde, dood en verrijzenis, zowel als communicerende vaten, opduiken. (...) Ik begrijp dat sommigen deze film haten, niet vanwege de beruchte zoöfiele scène, maar om zijn formeel maniërisme en perfectionisme en de allegorische, quasi mystieke, aanpak. Maar in geen geval is dit een vulgaire en realistische film.? Dixit de Zwitserse cineast Boris Lehman. Wat normaal weerzinwekkend zou zijn om naar te kijken, wordt in Vase de noces draaglijk. Geen handeling is vrijblijvend, geen shot te veel. De emoties van de kijker zijn alles behalve vanzelfsprekend. Humor krijgt ten gepaste tijde zijn plaats in de film, evenals de kakelende kippen aan wie de taak van het aangeven van de filmstructuur werd toegewezen.
De afwezigheid van gesproken woord in deze zwart-wit film benadrukt het grauw realistische en poëtische beeld ? geïnspireerd op Vlaamse schilderkunst, aldus regisseur Zéno, en op de vier elementen aarde, water, lucht en vuur. De klankband van Alain Pierre is eveneens van zeer groot belang in de film wegens zijn originaliteit (het is een van de eerste keren dat synthesizermuziek in een film gecombineerd wordt met klassieke muziek). Ook de subtiele verhoudingen van de klankband tot het beeld, zoals het geslaagd samenspel tussen repetitieve klanken en obsessionele handelingen van Dominique Garny, maakt het geheel meesterlijk.
Thierry Zéno, die begin jaren '70 experimenteerde met 8mm en 16mm-films, had in 1974 genoeg aan een verlaten boerderij en een aantal filmrllen, hem geschonken door een vriend die ze op zijn beurt stal van uit een Amerikaans leger-depot, om een film te maken die te snel als obsceen bestempeld zou worden, ondermeer door Australische censuurambtenaren, maar die vooral een plaats verdient binnen de traditie van Belgische filmkunst.
Matthias De Groof Helemaal (niet) akkoord? Lees de