Drawing Restraint 9
Genre: Fantasy
| Duur: 2u15 | 2005 | Release: 0 - | Land: Japan, VS | Regie: Matthew Barney | Cast: Matthew Barney, Björk Guðmundsdóttir, Mayumi Miyata, Shiro Nomura
Barney en Björk zijn al ongeveer vijf jaar samen, hebben een dochter en zijn recent getrouwd. Hoewel ze dat bij het begin van hun relatie resoluut niet wilden doen, werken ze nu voor het eerst samen. Wat uit de ontmoeting van twee creatieve meesters kan voortkomen was bij Dancer in the Dark al duidelijk, maar van (echtelijke) ruzies is ditmaal geen sprake. Wat dan wel het bilan moge zijn van de symbiose tussen 's werelds meest aparte componiste en 's werelds meest cryptische beeldende kunstenaar, is moeilijk te zeggen.
De plot samenvatten zou alvast een heel deel van de pret bederven, maar een kleine teaser kunnen we je niet onthouden: Björk en Barney worden als westerlingen op een walvisjachtschip uitgenodigd, ondergaan verschillende rituelen en verenigen zich innig in een -toch wel- gruwelijke amputatiescène. Op het schip staat een bizar gevormde 'kist' waarin voor het vertrek vloeibare vaseline wordt gegoten. Gedurende de film wordt de pasvorm regelmatig gewijzigd of worden stukken gestolde vaseline verwijderd.
Barney is hoedanook zo slim geweest om enig milieu-activisme achterwege te laten en hier noch een anti- noch een pro-walvisjacht film van te maken. Gesponsord door Japan en met een IJslandse in de hoofdrol zou een anti-film nogal misstaan. Japan, IJsland en Noorwegen zijn immers de enige drie landen ter wereld die nog systematisch op walvissen jagen. Een politieke agenda zou eveneens de poëtische sfeer van de rituelen bederven. Want als er dan al één rode draad door de film loopt, dan zijn het de soms asymmetrisch in beeld gebrachte ceremoniële plechtigheden, die zelfs van een tankwagen een lyrisch object kunnen maken.
Die focus op rituelen doet het tempo stevig zakken, maar daar komt een goede score ter hulp schieten. Björk creëert zoals immer haar eigen geluidenwereld, werkt met de Sho (een traditioneel Japans instrument, vertelt Google ons), keelzangeres Tanya Tagaq, harpisten Zeena Parkins en Guðrún Óskarsdóttir en laat vermaard nôh-zanger Shiro Numora de climax inleiden met het 10-minuten lange "Holographic Entrypoint". De muzikale climax komt echter van Björk zelf: eerst met het magische, maar ietwat teruggehouden "Storm" (op plaat een stevige knaller, zeker in de oudere bootlegversies) en het schor klinkende, onzekere maar diep treffende "Cetacea".
Laten we dan maar aannemen dat ware kunst vragen moet opwerpen, maar die niet zozeer moet beantwoorden.
Gedreven door mysterieuze vaselinemassa's, een walvisrots en een bijna wereldvreemde soundtrack drijft het walvisschip als een mengeling van oude verering en moderne technologie verder naar de Zuidpool, met aan boord het van magnifieke kostuums en haartooisels voorziene, gemuteerde koppel. Gesproken wordt er amper: een beetje Japans, enkele zinnen Engels. Björk mag welgeteld één zin in haar moedertaal opperen.
Barney staat wat knullig te staan en zijn eega overtuigt niet zoals bij haar twee vorige acteerprestaties (Juniper Tree uit 1990 en Dancer in te Dark dus). Sporen van wederzijdse bestuiving zijn terug te vinden: sommige beelden lijken uit Lynn Fox-video's van Björk gestolen (de zwemmende druppels bloed, de kleine kwallen, het bolstaande water) en Barney geeft zich over aan de muzikale bizariteit van zijn vrouw.
Een hoogst zeldzame film, die -al zou je anders denken- niet zo lang blijft nazinderen. Je loopt wat verloren in de ceremonies en ja, wat doet die vaselinebrok daar nu eigenlijk? En wie is de clown-brandweerman? Wat was er met dat litteken in het schip? En het brakende jongetje? Laten we dan maar aannemen dat ware kunst (niet enkel inhoudelijke) vragen moet opwerpen, maar die niet zozeer moet beantwoorden.
Beau Janssens Helemaal (niet) akkoord? Lees de