Dawn of the Dead
Genre: Horror
| Duur: 1u40 | 2004 | Release: 30 Juni 2004 | Land: VS | Regie: Zack Snyder | Cast: Sarah Polley, Jake Weber, Mekhi Phifer, Kevin Zegers, Ving Rhames
De startsequens alleen al! Nog voor de openingscredits van Dawn of the Dead, die schitterend worden omlijst met muziek van Johnny Cash ('When the man comes around') en met adembenemende hoogteshots van de chaos op de straten, hebben we al een dikke tien minuten bloedstollende actie gezien. Snyder's remake van George A. Romero's zombieklassieker start stevig: een buurmeisje dat tot de rangen van de zombies is toegetreden dringt de slaapkamer van Ana en haar man binnen. Effectieve horror maakt gebruik van kinderen (denk The Exorcist), zo blijkt nog maar een keer. Ana's man wordt verslonden, zijzelf kan ontsnappen. Al vlug bevindt ze zich met een paar lotgenoten, waaronder een bikkelharde flik in jawel, de shopping mall, de tempel van de commodificatie waar het origineel nog een commentaar op was.
De opening lijkt zondermeer te leiden tot een superieure herwerking van de klassieker uit 1979. De soundtrack blijft bijzonder geïnspireerd: als een personage zijn zwangere Russische vrouw even los laat en gewapend door een donkere gang loopt, horen we ergens op de achtergrond een muzak-versie van "All by myself". En vijfentwintig jaar evolutie in het make-up beroep doet de zombies er natuurlijk eens zo schrikwekkend uitzien. Verder zijn er enkele bijzonder goede ideeën het script van ene James Gunn binnengeslopen, zo bijvoorbeeld die ene overlever op een dak dichtbij het shoppingcentrum.
Visueel is er weinig afwisseling (Snyders gegoochel met topshots doet op de duur wat maniëristisch aan) en de beperkte evolutie bij de personages evenals de opbouw van het geheel zijn bij momenten behoorlijk suf. Onze helden zetten zich van bij het begin in het winkelcentrum vast, wat de boel in het midden plat doet vallen. Zoals filmhistoricus Tom Gunning zei over het verschil tussen stille en geluidsfilm: dit is een 'cinema of attractions' in plaats van een 'cinema of narrative integration'. Weinig meeleven en voorspelbare verrassingen dus. Voor een écht apocalyptisch beeld, check 28 Days Later.
Maar sommige scènes zijn wel héél attractief. Zoals de opening, is bijvoorbeeld ook het slot de moeite: tussen de credits door krijgen we in losse shots te zien hoe het de overlevers vergaat. En Polley een spies door het hoofd van een moddervette white trash ondode zien planten, daarvoor ga je nog eens in een cinemastoel zitten - en daardoor spring je er ook uit op. Een goed einde, een goed begin en ook daartussen een massa zombie's: cool!
Amusante, bij momenten inventieve remake van de zombieklassieker uit 1979
Net als in Romero's versie is er een grappig A-Team moment waarbij de wapens collectief worden geladen en hier ook auto's verstevigend dicht worden gelast. Bovendien wordt aan het origineel gerefereerd (enkele cameo's, een shop die de naam draagt van de vroegere hoofdrolspeelster) en komen zelfs enkele sleutelzinnen letterlijk terug: "Some kind of instinct. Memory. What they used to do. This was an important place in their lives". De remake bevat evenwel zowat geen sociale commentaar meer en heeft ook lang niet zoveel dubbele bodems als zijn voorganger.
Maar misschien moeten we niet al te veel vergelijken met het origineel, één van de meest succesvolle 'independent' films aller tijden. De slagzin van beiden is dezelfde: "When there's no more room in hell, the dead will walk the earth". Zombie-killing dus en dat betekent dikke fun, zowel in de vroegere als in de hedendaagse versie. Als dit was uitgebracht op het Brussels Internationaal Festival van de Fantastische Film, het zou er een publiekstopper zijn geweest. En terecht: sla nooit een rechttoe, rechtaan slasher af, zeker niet als die bovendien heel wat slimmigheidjes bevat.
Jan Sulmont Helemaal (niet) akkoord? Lees de