A Clockwork Orange
Genre: Maatschappijkritisch
| Duur: 2u17 | Release: 1 Januari 1971 | Land: Groot-Brittannië | Regie: Stanley Kubrick | Cast: Malcolm McDowell, Patrick Magee, Michael Bates, Warren Clarke, John Clive
DE FAVORIETE FILM ALLER TIJDEN VOLGENS ILS HUYGHENS
A Clockwork Orange (naar de roman van Anthony Burgess) vertelt het verhaal van Alex (Malcolm McDowell), een jonge vandaal, die na zijn arrestatie met radikale psychologische middelen geconditioneerd wordt tot een brave burgerzoon. In het eerste deel van de film, neemt de cynische voice-over van Alex ons mee in zijn nachtelijke wereld van 'ultraviolence and the old in-out, in-out'. Samen met zijn 'droogs' (gang) gaat hij op zoek naar de kick van zinloos geweld en oppervlakkige sex. Een extreme vorm van ontspanning in tijden van morele en culturele malaise. Hoewel het verhaal zich in een niet nader bepaalde toekomst afspeelt vormen de psychedelische decors en de felle kleuren in de Korova Milkbar, het huis van Alex' ouders en het interieur van de platenwinkel, een karikatuur van jaren zeventig architectuur en design. De wereld van Alex is er één van optisch behang en plastic meubels. Een schril contrast hiermee vormt het sobere glas-en-beton design van de grijze instituten (politiekantoor, hospitaal, gevangenis) waar Alex in het tweede deel van de film terecht komt, instellingen die niet alleen uiterlijk maar ook innerlijk gekenmerkt worden door een extreem koud rationeel-functionalisme.
A Clockwork Orange biedt een cynische blik op de moderne consumptiemaatschappij waarin alles verkoopbaar is, waarin elke waarde zoek is, de jeugd op de dool is en de volwassenen afgestompt of gefrustreerd zijn door hun nutteloze jobs. Kubrick definieert personages niet op basis van hun karakter, maar aan de hand van de objecten waarmee ze zich omringen, de kledij of maskers die ze dragen of de welomschreven plaats die ze in de welvaartsmaatschappij innemen. Dit warenfetisjisme wordt tot het extreme doorgetrokken in een meesterlijk ironische scène: de moord op de Catlady. Alex slaat haar het hoofd in met een gigantische penissculptuur, 'an important work of art', dat deel uitmaakt van haar kunstcollectie. Het kunstwerk als socio-economisch teken, als consumptieproduct met een loutere ruilwaarde vindt hier op gewelddadige manier zijn gebruikswaarde terug. De fallus wordt een werktuig voor bedreiging en geweld. Tijdens de moordscène focust Kubrick uitdrukkelijk niet op de eigenlijke moord, maar op de sadistisch-pornografische schilderijen en orgastische tekeningen waarmee de Catlady zichzelf heeft omringd en waarvan ze nu zelf het onderwerp is geworden.
De moord op de Catlady brengt ons naar het tweede luik van de film. Verraden aan de politie door zijn zogenaamde vrienden belandt Alex in de gevangenis. Hier geeft hij zich 'braafjes' over aan het lezen van de bijbel - mét bijbehorende fantasieën over het kruisigen van Jezus en het neuken van Hebreeuwse vrouwen, dit alles 'dressed in the height of Roman fashion' - en wordt zo het lievelingetje van de gevangenispriester. Alex wordt dan uitgekozen om deel te nemen aan een experiment van de nieuwe regering, de 'Ludovico-treatment'. Hij wordt overgebracht naar een ziekenhuis en met gewelddadige filmpjes geconditioneerd tot een fysieke aversie van geweld en sex en toevalligerwijze ook van zijn geliefde Ludwig van's Negende die de achtergrondmuziek vormt van een film over concentratiekampen. De wetenschap gaat de misdaad uitroeien, door de keuze tot geweld of sex simpelweg onmogelijk te maken. Het gedachtegoed van Foucault is hier niet veraf. In zijn theoretisch werk vecht hij immers voor ieders mogelijkheid om het leven in eigen handen te nemen, om je 'zelf' vorm te geven en klaagt hij de instituten van de moderne zorgmaatschappij aan die bepalen wat normaal en abnormaal gedrag is, en de strategieën die ze toepassen om de voorwaarden die volgens hen tot 'abnormaliteit' leiden uit te schakelen. Uiteindelijk zijn het niet meer dan uitingen van de repressieve macht, de Staat die van bovenaf bepaalt wat 'normaliteit' is.
Opvallend is de symmetrische structuur van de film waarbij Alex in het tweede deel, na zijn vrijlating systematisch geconfronteerd wordt met zijn vorige slachtoffers. In een negatieve beweging met het vorige deel wordt hij achtereenvolgens vernederd door zijn ouders, zijn vroegere maten (die nu in het kader van een andere regeringsaktie bij de politie ingelijfd zijn), en de oude dakloze man. (de expressieve gezichten van de razende daklozen in deze scène brengen de verwrongen grimassen van Jeroen Bosch in de geest) Maar de ultieme wraak is weggelegd voor de schrijver wiens vrouw brutaal verkracht werd door Alex en zijn gang. Hoewel hij van het linkse humanistische front is, 'a writer of subversive literature', is ook hij niet beter en wil Alex (nu een slachtoffer van de maatschappij) alleen maar helpen om de huidige regering tot val te brengen. Wanneer de schrijver Alex echter herkent als de indringer die zijn vrouw brutaal verkrachtte, drijft hij hem met de geliefde Negende Symfonie op een sadistische manier tot zelfmoord.
Meer en meer komen we tot inzicht dat de hele maatschappij, zelfs de linkse tegencultuur, rot vanbinnen is en dat alles herleid wordt tot een politiek spelletje van een totalitair regime. De banale en repetitieve dialogen (vb. de scène waarin Alex' ouders hem om vergiffenis vragen in het ziekenhuis) en de artificialiteit van de omgeving wijzen op een maatschappij waarin iedereen geconditioneerd is, en onderworpen aan sociale mindcontrol en brainwashing. Kunst, religie en geneeskunde wijden zich ten volste aan de ondersteuning van de repressieve macht. In het tweede deel wordt maar al te duidelijk dat niemand in deze film goed is, en dat iedereen gebruik maakt van iedereen.
De voice-over in het archaïsche Nadsat-taaltje (overgenomen uit de roman), de bevreemdende muziek en humor ondermijnen voortdurend de impact van de extreme beelden. Desondanks werd de film verbannen in veel landen, waaronder in Engeland zelf, critici schilderden de film af als een verheerlijking van expliciet geweld en sex. (een doorslaggevende factor was het extreem ambiguë einde van de film waar Alex door de minister opnieuw omgekocht wordt maar nu om in zijn oude gewoontes te hervallen)
Kubrick speelt alle kenmerken van de satire hier tot in extremis uit. A Clockwork Orange is één van zijn scherpste satires, die samen met Dr. Strangelove en 2001: A Space Odyssey een coherente kritiek vormen op de homogenisering en nivellering in de neokapitalistische consumptiemaatschappij en de zelfdestructieve effecten van de steeds toenemende rationalisering en technologizering. Wie anders dan Kubrick kon het hele regerende en militaire apparaat in Dr. Strangelove herleiden tot een aantal geobsedeerde pubers die met elkaar bekvechten over wie 'de grootste' heeft? En wie anders stelde in
2001: A Space Odyssey de vraag of de steeds sneller evoluerende wetenschappelijke ontwikkelingen de mens uiteindelijk niet terug tot een aap zullen herleiden, een louter mechanisme zonder eigen identiteit? Bovendien heeft A Clockwork Orange -net als deze 2 andere films- nog niets van zijn beklijvende werking ingeboet, de thema's die Kubrick 30 jaar geleden al aansneed staan vandaag juist op het scherpst van de snee.
'Viddy well old brother, Viddy well.'