Gangs of New York
Genre: Misdaaddrama
| Duur: 2u45 | 2002 | Release: 8 Januari 2003 | Land: VS | Regie: Martin Scorsese | Cast: Daniel Day-Lewis, Leonardo DiCaprio, Brendan Gleeson, Cameron Diaz, Jim Broadbent, Liam Neeson, John C. Reilly, Henry Thomas, Gary Lewis, Stephen Graham, Eddie Marsan, Cara Seymour
Een film met een dergelijke titel kan alleen maar het werk zijn van de befaamde Martin Scorsese. De fascinatie voor de stad New York ligt immers aan de basis van het grootste deel van zijn oeuvre. Mean Streets, Taxi Driver, New York, New York, After Hours, Goodfellas, The Age of Innocence e.a. belichtten al diverse aspecten van de metropool. Met zijn jongste film richt Scorsese de schijnwerpers op historische feiten die nog nooit eerder aan bod kwamen in een film en lijkt hij daarmee een historische voorganger van Mean Streets gemaakt te hebben.
Halfweg de negentiende eeuw kon New York al een smeltkroes van rassen, culturen en nationaliteiten genoemd worden. De stad was toen echter nog in veel grotere mate een broeinest van criminaliteit en corruptie dan nu. De in Amerika geboren inwoners konden het niet vinden met de massa Ieren die, door hongersnood gedreven, voet aan wal zetten in New York, en verenigden zich daarom in 'gangs', die je gerust de pioniers van de maffia mag noemen. In Scorsese's perfecte en adembenemend mooie reconstructie van die tijd, komen de 'Dead Rabbits', aangevoerd door de Ierse priester Vallon (krachtig vertolkt door Liam Neeson), zo tegenover de Amerikaanse Bill the Butcher (satanisch gespeeld door klassebak Daniel Day-Lewis) en diens vervaarlijke bende, te staan. In een ultieme, bloederige strijd om hun territorium, maakt de genadeloze Butcher zijn nemesis af onder de ogen van diens zoontje Amsterdam.
Zestien jaar later wordt die jongeman (een perfect gecaste Leonardo DiCaprio) vrijgelaten uit een verbeteringsgesticht. Zijn enige doel is zijn vader te wreken en The Butcher naar pierenland te sturen. Hij infiltreert daarom in Bills bende en wint al snel het vertrouwen van de demonische gemenerik. De nieuwe relatie dreigt de oorspronkelijke moordplannen op de achtergrond te doen verdwijnen: The Butcher, vader of vijand? De appetijtelijke Jenny (Cameron Diaz doet haar best) beslist ongewild echter over Amsterdams lot en doet de bom barsten. Maar de heldhaftige knaap weet met zijn leiderstalent en overlevingsinstincten de Ierse bevolking voor zich te winnen en maakt er een dubbel duel van. De oorlog draait niet langer alleen om twee mannen, maar ook om de plaats van twee groepen in de toekomst van New York.
Van dit uiterst boeiende gegeven weet Scorsese een realistische, historisch correcte, zinderende stadwestern met bijna Shakespeariaanse allures te maken. Die kent jammer genoeg net iets te weinig hoogtepunten om van een klassieker-in-wording te kunnen spreken. We krijgen wel een meesterlijke proloog (vijftien minuten pure cinemagie), en een overweldigende finale (prachtig acteerduel tussen een ijzersterke DiCaprio en een onovertrefbare Day-Lewis), die nog maar eens staven dat Scorsese een legende mag genoemd worden. Daartussen zit anderhalf uur film die nog steeds de moeite waard kan genoemd worden, maar waar helaas ook wat mis mee gelopen is.
Een zinderende stadswestern, maar Scorsese wil te veel vertellen.
Scorsese wil teveel vertellen. Dit gaat ten koste van de duidelijkheid. Personages als de politicus Boss Tweed en de agent Happy Jack lopen verloren in een narratieve warboel, waardoor jammer genoeg de inbreng van topacteurs Jim Broadbent en John C. Reilly beperkt is. Ook geven scenaristen Jay Cocks en Steven Zaillan de personages soms te weinig diepgang. Zo is het te onduidelijk wat Amsterdam precies voelt voor Bill en Jenny is in essentie toch maar de excuus-truus van dienst. Gewoonlijk is de emotionele binnenkant van een Scorsesepersonage toch wat interessanter.
Dat de personages te bruusk evolueren of evenredigheid in het tijdsverloop ver zoek is, ligt ook aan de montage. Scorsese heeft te veel materiaal moeten lozen. Opmerkelijk is bv. ook hoe weinig climaxen écht beroeren. Het verraad van Amsterdams vriend Johnny of de moordpoging in het Chinese theater zouden de alertheid van de kijker moeten opdrijven, maar de scènes zijn daarvoor veel te tam. De lange en problematische postproductie (o.a. door 11 september) heeft dus overduidelijk zijn sporen nagelaten.
Maar Gangs of New York draait hem om 'the spectacle of fearsome acts', zoals Bill het zegt, daarmee doelend op de opwinding van het messentrekken, het gevaar dat voortdurend in de donkere straten dreigt, het bloed dat elke dag bij beken wordt vergoten. De sluimerende onrust, het idealisme van de protagonisten, het spektakel en de opwinding, slaan finaal wel over op het publiek, en dat maakt van Gangs of New York uiteindelijk toch een meer dan verdienstelijke film. Hoewel zelden écht schokkend, niet geheel foutloos, en soms iets te routineus, is dit toch een vrij indrukwekkend stukje cinema geworden. Scorsese is still alive and kicking.
Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de