Cars

Genre: Animatie | Duur: 00 min. | 2006 | Release: 31 December 1899 | Land: VS | Regie: John Lasseter | Cast: Owen Wilson, Paul Newman, Bonnie Hunt, Tony Shalhoub

Wij zijn nooit echt tuk geweest op uitlaatgassen, carburatoren en vierwielaandrijving en waren aanvankelijk dus wat sceptisch over Cars, het vijfde Pixar-product sinds het computerbedrijf de wereld met verstomming sloeg met Toy Story. De argwaan is deels gegrond. Cars is een herhaling van de typische truckjes van het huis: charmante nevenfiguren (wij herinneren ons vooral een hippe flowerpower volkswagen), spitse verwijzingen naar de popcultuur (talkshow host Jay Limo) en een stroperige moraal om de kleinste koters te paaien. Toch is Cars nog steeds het resultaat van degelijk vakmanschap en legt het beste werk van de concurrentie nog steeds de duimen voor het minste werk van het gerenommeerde animatiebedrijf.

 

John Lasseter (een van de founding fathers achter het bedrijf) kruipt voor het eerst sinds Toy Story nog eens in het regiestoeltje en verzaakt aan één van de belangrijkste steunpilaren van een Pixar-film : de universele herkenbaarheid. Lasseter situeert zijn verhaal langs de legendarische route 66 (een stukje van het Amerikaanse erfgoed sinds Jack Kerouac's bijbel voor de beatgeneratie 'On the road' ) en hangt zijn film op aan de Amerikaanse fascinatie voor de racecultuur. Lightning McQueen (een racewagenje dat tuft met de stem van Owen Wilson), is een egocentrisch karretje dat geen nood heeft aan een pitstop en de finish steeds belangrijker vindt dan de race zelf.

Door een ongelukkig incident komt hij terecht in Radiator Springs, ooit een stadje dat floreerde door zijn unieke positie langs Route 66, nu een vergeten boerengat, waar de inwoners stiekem hopen op een revival. McQueen vernielt het wegdek en krijgt van de norse rechter Doc Hudson (veteraan Paul Newman) de opdracht op de asfaltweg te herstellen. U kunt al raden wat volgt : McQueen leert de waarde van morele steun kennen en heeft blijkbaar nog een warm hart onder zijn blinkende motorkap.

Cars ziet er als vanouds prachtig uit: de nascar-achtige race is verzorgd en minutieus in beeld gebracht, de romantische tochtjes doorheen het Amerikaanse achterland zijn niet verstoken van een forse dosis nostalgie en opnieuw kom je ogen te kort om alle tongue in cheek grapjes en de visuele knipogen op te merken. De film is een perfect getunede bolide waar elk radertje deftig op elkaar is afgesteld en daar wringt het gaspedaal: de look van Cars ziet er te afgeborsteld uit en mist de ambachtelijke sfeer van Toy Story.

Een hartverwarmende crowdpleaser voor jong, oud en iedereen daartussen.

Het siert Lasseter dat hij zijn loep niet op een insectenmicrokosmos of de onderwaterwereld legt. Een versleten tractor is immers een pak minder aaibaar dan gestreepte clownsvisjes of speelgoedpoppen. Toch is hij er met verve in geslaagd om elk personage een hart en kleurrijke karaktertrekken mee te geven. Tel daarbij nog de aardige soundtrack (met de toepasselijke liedjes 'Life Is A Highway' en 'Route 66' van the Rascall Flatts en Chuck Berry) en het resultaat is opnieuw een hartverwarmende crowdpleaser voor jong , oud en iedereen daartussen.

Sven De Hondt Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lightning McQueen herstelt de weg en raakt op tijd op het racecircuit. De vroegere kampioen The King raakt snel uitgeteld en onder impuls van Doc Hudson, die in het verleden ook heel wat trofeeën aan elkaar mocht rijgen, besluit McQueen The King te gaan helpen. Chick Hicks wint de wedstrijd, maar McQueen wint al de aandacht door zijn liefdadigheid