Hugo

Genre: Familiefilm | Duur: 2u06 | 2011 | Release: 1 Januari 2011 | Land: VS | Regie: Martin Scorsese | Cast: Asa Butterfield, Chloë Grace Moretz, Sacha Baron Cohen, Ben Kingsley, Christopher Lee, Emily Mortimer, Michael Stuhlbarg, Jude Law, Helen McCrory, Frances de la Tour

Martin Scorsese die een familiefilm maakt? Klinkt even ongeloofwaardig als zou automerk Porsche plots kinderkoetsen gaan produceren. Immers, al van bij de inktzwarte maar geniale helletocht van Taxi Driver tot en met het al even donkere, door ons destijds misschien toch wat ondergewaardeerde Shutter Island wist en weet je als beetje filmliefhebber: hier is een meester aan het werk, een regisseur pur sang die haast chirurgisch de diepste zieleroerselen van zijn personages dissecteert, zachtjes kermend blijft peuteren in de etterende wonde die de menselijke conditie op de keper beschouwd is. Neen, de kans dat u op vreugdewolkjes naar buiten zweefde na een Scorsese was in het verleden zo goed als nihil. Mensen, ligt dat even anders voor 's mans laatste worp! Wat een film! Wat een onvervalste ode aan Vrouwe Cinema! Wat een ultieme feel-goodfilm!

 

Want al van in de openingssequentie, waar de camera als een helikopter in duikvlucht boven de daken van het Parijs van de jaren dertig scheert om vervolgens met een kadrering van heb-ik-jou-daar alle richtingen uit te schieten in een druk treinstation, ondertussen handig alle personages introducerend, voel je het al tot in je kleine teen: de bijna zeventigjarige Scorsese is nog geen millimeter talent kwijt. Let  zeker op het eindshot van die zwiepende camerasequentie: focus op een reusachtige klok in dat hectische station, we merken een kindergezicht dat zich achter de wijzers bevindt, en hup we zijn vertrokken voor een intraveneus shot pure cinema.

Hugo is een weesjongetje dat letterlijk in het station woont, stiekem de grote klok draaiende houdt, maar eigenlijk het meest geïntrigeerd is door twee zaken: een metalen opwindpop die, zo hoopt hij, een boodschap van zijn dode vader in zich draagt en de mysterieuze eigenaar van een speelgoedwinkel. Klinkt al goed? Inderdaad, in zijn verfilming van het gelijknamige kinderboek van Brian Seznick, kleurt Scorsese het eerste uur misschien iets te nauwkeurig binnen de lijntjes, als de prent zelf bijna zo goed is als een impressionistisch meesterwerk blijf je toch ademloos in je stoel gebeiteld zitten. Het feit dat Marty spaarzaam omspringt met de 3D-effecten draagt daar zeker toe bij: deze film zuigt je als een stofzuiger mee in zijn universum, ook al heeft hij nog minder scherpe randjes dan een waterglijbaan. Pracht van een familiefilm dus, dat eerste uur, maar ook niet meer.

Eén langgerekte lofzang aan de pure, ongefilterde magie van film en filmmaken in het bijzonder.

Maar dan, beste lezer, maar dan! Als een sopraan die nog een noot hoger dan de hoge la zingt, tilt de cineast, geholpen door een klein ploegje uitstekende acteurs (let op Sacha Baron 'Borat' Cohens piekfijne vertolking van een politieagent!) de hele prent naar een niveau ter hoogte van de stratosfeer, eigenlijk een soort meta-niveau. Want als puntje bij paaltje komt, is dat tweede deel, met dank aan een treffende plottwist, één langgerekte lofzang aan de pure, ongefilterde magie van film en filmmaken in het bijzonder, aan de verbeeldingsrijke pioniers die er honderd jaar geleden voor gezorgd hebben dat we nu tot in het diepst van onze ziel van film kunnen houden. Prompt overtuigt Scorsese ons ook nog eens van het belang van filmconservering, waar hij zich al jaren voor inzet. 

Zo, u meer over deze prent vertellen zou zonde zijn, we vinden immers geen woorden meer om de pracht, het kippenvel, die enkele traan in ons 3D-brilletje te omschrijven. Voor één keertje moet u het dus enkel met een handvol superlatieven doen -we rillen immers nog altijd na van filmplezier-  en ons op ons woord geloven: op zijn gezegende leeftijd, pompt Scorsese tonnen poëzie en lust for life in zijn film en levert zo op de valreep een van de aller-, allermooiste films van het jaar af. Viersterrenkwaliteit voor het hele gezin. Film van het jaar!

Filip Hermans Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De mysterieuze eigenaar van de speelgoedwinkel is in werkelijkheid George Méliès, een van de pioniers van de cinema. Hij heeft ook de mechanische pop gemaakt waar Hugo zo gehecht aan is. Op het einde wordt een gerestaureerde versie van Méliès zijn beroemdste, verloren gewaande film, getoond.