Magia Russica
Genre: Documentaire
| Duur: 1u36 | Release: 1 Januari 2004 | Land: Israël, Rusland | Regie: Yonathan Zur, Masha Zur | Cast:
Rusland schoot dan wel als eerste natie een man de ruimte in, op andere gebieden heeft het altijd de duimen moeten leggen voor die andere grootmacht: Amerika. Ook op het vlak van animatie. Het werk van Russische studio?s werd immers, bij gebrek aan deftige infrastructuur en financiële middelen, voortdurend overklast door de Amerikaanse producties van onder andere Disney. Allemaal de schuld van de Sovjetregering, die tekenfilms louter als een vorm van kindervermaak beschouwde en liever geld investeerde in de oorlogsindustrie.
?Magia Russica? stelt de verwaarlozing van Soyouzmultfilm, een van Ruslands bekendste animatiebedrijven, aan de kaak en laat zien hoe de studio uit Moskou al die tijd het hoofd boven water wist te houden, van bij de start in 1937 onder Communistisch bewind tot vandaag. Tegelijk schetst het aan de hand van die geschiedenis een beeld van de Russische animatiefilm. Een moeilijke periode gekenmerkt door censuur, staatsinmenging en aanhoudende financiële problemen, zelfs onder een vrije markteconomie.
Het hangt er eigenlijk vanaf hoe zeer je geïnteresseerd bent in dit onderwerp om over een boeiende documentaire te kunnen spreken. Voor de kenners valt er niet bijster veel nieuwe informatie te rapen en de leken knappen misschien af op het nogal trage, gezapige tempo. Gelukkig zijn de fragmenten uit klassiekers als ?There Once Was A Dog?, ?The Return of the Lost Parrot? en ?Tale of Tales? goed gekozen en weten de voormalige werknemers de aandacht vast te houden met anekdotes uit de oude doos.
Zo komt bijvoorbeeld aan het licht dat zowel de Russische grootmeester Fedor Kutrik als Disney in dezelfde periode aan een tekenfilm over Winnie the Pooh werkten, zonder dit van elkaar te weten. De Russische versie van de beer blijkt heel wat mondiger en arroganter te zijn dan de brave, honingzoete adaptatie die het Huis van de Muis ervan maakte.
Af en toe doen de makers een poging om het patroon van gesprekken, afgewisseld met voorbeelden, te doorbreken. Yuri Norstein geeft een rondleiding door zijn atelier en laat zien hoe hijzelf te werk gaat. De man beschikt over lades vol met honderden ogen, monden, neuzen en andere lichaamsdelen, die hij gebruikt om zijn figuren samen te stellen. Het resultaat van die intensieve arbeid is zonder meer verbluffend en oogt als een tot leven gewekt schilderij.
Al bij al een vrij klassiek, maar daarom niet minder onderhoudend portret over een verbitterde generatie die weigerachtig staat tegenover zowat alle ingrediënten die hedendaagse tekenfilms bevatten (computeranimatie, flitsende beelden en veel geweld) en met gemengde gevoelens terugblikt op een voorgoed afgesloten hoofdstuk in hun carrière.