Impardonnables

Genre: Thriller | Duur: 1u51 | Release: 17 Augustus 2011 | Land: Frankrijk | Regie: André Téchiné | Cast: André Dussollier, Carole Bouquet, Melanie Thierry, Adriana Asti

In ons hoogst competitieve lijstje van favoriete filmhelden, dat eerder door sukkels en schlemielen wordt bevolkt dan door gelikte superhelden, duiken verrassend veel schrijvers op. Of het nu gaat om de algehele hysterie van Barton Fink en Jack Torrance (The Shining), dan wel de poëtische neurose van Charlie Kaufman in Adaptation en Synecdoche NY, al deze mannen – want het zijn steevast mannen -, worden stilletjes verscheurd door een knoert van een writers-block. Met Francis in Impardonnables is dat net zo.

Na een kleine omweg via Venetië belandt de bejaarde Francis (André Dussollier) op een dromerig eilandje in de Laguna Veneta, waar hij in alle rust hoopt te schrijven aan zijn nieuwste crimi. Wanneer de prachtige Judith (Carole Bouquet) bovendien bij hem komt inwonen lijkt Francis zijn Xanadu gevonden te hebben. Jammer genoeg is hij met het hervonden geluk elk drupje inspiratie kwijt, zit hij mijmerend gebogen over reproducties van Bellini en struint hij de stad van water af als een toerist met fototoestel. Wanneer frustratie, jaloezie en een mysterieuze verdwijning Francis' leven binnensluipen lijkt hij zelf verzeilt te raken in de crimi die hij maar niet kan schrijven.

Een onsamenhangende brok verveling en knulligheid, palaverend tussen thriller en soap-opera

Hoewel het eerste half uurtje van Impardonnables bijzonder sfeervol wordt neergezet, met prachtige muziek van Max Richter, een strakke montage en de oogstrelende verschijning van Carole Bouquet – nog steeds de wederhelft van Gérard Depardieu -, valt alle opwinding en panache hierna helemaal weg. Het scenario, dat gebaseerd werd op Philippe Djians gelijknamige roman, is een allegaartje van ongeïnspireerde nevenverhalen en opdringerige intriges die de vertelling nodeloos rekken en het zwaartepunt uit de film slaan. Regisseur André Téchiné, duidelijk niet erg geïnteresseerd in de vastgeroeste Francis, richt zijn camera liever op overbodige randfiguren dan in de diepte te pijlen, waardoor de thematiek op de achtergrond wegdeemstert en de film bedroevend oppervlakkig blijft. Het geheel is een onsamenhangende brok verveling en knulligheid, palaverend tussen thriller en soap-opera, waarin de naturel van dialoog en mise-en-scène verdrongen wordt door het makke acteerwerk van Dussollier en de fletse beelden.

Dat een boek schrijven ook spannend kan zijn bewees Roman Polanski onlangs nog met het superbe The Ghost Writer. André Téchiné, duidelijk niet even fijnbesnaard, is er hopeloos in gefaald de duivels van het schrijven tastbaar te maken, laat staan een interessante film af te leveren. Hij maakt van Francis een patser, volbloed bedrieger en een schande voor alle vastgeroeste schrijvers en incompetente kunstenaars bovendien. Geef ons dan maar Barton, Caden of Guido (uit Fellini's Otto e Mezzo). Echte schlemielen naar ons hart!

Ruben Vandersteen Helemaal (niet) akkoord? Lees de

Let op: wanneer u verder gaat zit de kans er dik in dat het einde van de film verklapt wordt met alle gevolgen voor uw filmervaring vandien.

ik wil mijn pret bedorven zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Francis schrijft zijn boek bij elkaar en trekt met Judith naar Parijs.