Harry Potter and the Deathly Hallows: Part 1
Genre: Avonturenfilm
| Duur: 2u25 | 2010 | Release: 17 November 2010 | Land: VS, Groot-Brittannië | Regie: David Yates | Cast: Daniel Radcliffe, Emma Watson, Rupert Grint, Ralph Fiennes, Helena Bonham Carter, Rhys Ifans, Bill Nighy, John Hurt, Jason Isaacs, Alan Rickman, Imelda Staunton, Peter Mullan, Michael Gambon, Timothy Spall, David Thewlis, Brendan Gleeson, Harry Melling,
Richard Griffiths, Julie Walters, Helen McCrory, Tom Felton
Dat het Harry Potter-universum stilaan duisterder en dreigender werd, hadden de vorige films uit de reeks ons al duidelijk gemaakt. In dit eerste deel van het sluitstuk worden echter alle gruwelregisters opengetrokken. Eindelijk wordt het écht menens.
Want vond u ook niet dat de rek er wat uit was? De avonturen van tovenaarsleerling Harry en zijn al dan niet van magische talenten voorziene vrienden, dreigden zichzelf te gaan herhalen. Al dat gehots door bossen en gewelven, dat mystiek gebrabbel en dat klef geflikflooi konden we nog appreciëren – precies wat Lord of the Rings zo genietbaar maakte – maar de hokus pokus op maat van kinderen, het vermoeiende geflirt tussen de povere acteurs, het overdadige production design en vooral het ferm gerokken verhaal deden ons wat genoeg krijgen van deze franchise. De vorige film was zelfs ronduit saai en haast volledig overbodig.
Maar ons geduld heeft geloond. Dit eerste deel van Harry Potter and the Deathly Hallows is absoluut de moeite. Dat komt in de eerste plaats omdat de dreiging eindelijk reëel wordt. Voldemort en zijn volgelingen krijgen steeds meer vat op het leven van de gewone Brit. Dat de film zich voor een groot deel in deze ‘echte’ wereld afspeelt, biedt de film eindelijk de kans uit zijn keurslijf te treden. Regisseur David Yates weet perfect welke kleurenfilters en belichting te kiezen voor elke locatie. De kille Britse landschappen, bossen en rivieren waarheen het belaagde trio zich keer op keer verplaatst, zorgen voor een haast onwezenlijk sfeer van isolatie en radeloosheid. Want waar Harry doorheen de films op zoveel kompanen kon rekenen, kan hij nu meer dan ooit enkel op Ron en Hermelien terugvallen. Gelukkig maar dat het acteertalent van het trio hoofdrolspelers mee gegroeid is, want Radcliffe, Watson en Grint krijgen zoveel scènes te verwerken, dat ze echt het onderste uit de kan moeten halen. Daar slagen ze meer dan behoorlijk in, en eindelijk krijgen we enige waarachtigheid voorgeschoteld in de complexe relatie tussen de drie. Al blijft Radcliffe toch een wat houterige dwerg.
Dat Harry op weinig hulp kan rekenen, komt omdat tal van zijn medestanders uitgeschakeld worden. Dat gebeurt nu en dan met het nodige bloedvergieten en met een gewelddadigheid die we in de Potterreeks niet eerder aantroffen. Ook de makers gaan er dus van uit dat het publiek voor deze film meegegroeid is. Meer dan ooit ook mikt deze film op de fans. Er zijn zoveel verwijzingen naar eerdere gebeurtenissen, dat enige kennis wel nodig is. Als we ons niet herinnerden dat het John Hurt was die in de eerste film Harry een toverstokje verkocht, zouden we nu niet meteen meer weten wie Meneer Olivander is. Harry Potter and the Philosopher’s Stone is dan ook haast tien jaar oud. Dat doet je beseffen hoezeer deze reeks deel gaan uitmaken is van het filmlandschap, van ons leven als filmliefhebber zelfs. Nu pas kan je zeggen dat dat verdiend is.
Alle gruwelregisters worden opengetrokken voor het eerste deel van het slot
Deze zevende film bereidt ons voor op een allesbepalende en ongetwijfeld spectaculaire finale. Yates doet dat met een bevredigende uitwerking van de figuren - al is er in de loop der jaren zoveel volk ten tonele gevoerd, dat bepaalde personages onvermijdelijk niet of nauwelijks aan bod komen, - een dynamische beeldvoering, een strak opgebouwde plot, een nog indrukwekkendere toepassing van CGI – Dobby de huiself! – en geeft vooral, éindelijk, een ziel aan een filmreeks die toch te mechanisch en te letterlijk verfilmde literatuur was. Hoogtepunt is wat dat betreft een bloedmooi scène tussen Harry en Hermelien, op de tonen van Nick Cave’s O Children. De meesterlijke Alexander Desplat blijkt de perfecte componist voor de rest van de soundtrack van deze topfilm.
Deel twee verschijnt in de zomer van 2011. Reken maar we de dagen aftellen.
Sven De Schutter Helemaal (niet) akkoord? Lees de