Buffalo Soldiers
Genre: Zwarte Humor
| Duur: 1u38 | Release: 3 September 2003 | Land: VS | Regie: Gregor Jordan | Cast: Joaquin Phoenix, Anna Paquin, Ed Harris, Scott Glenn, Elizabeth McGovern
Stuttgart, 1989. De Berlijnse muur is nog niet gevallen. In de Theodore Roosevelt Army Base zitten Amerikaanse troepen zich te vervelen terwijl ze hun niet-actieve rol in de Koude Oorlog vervullen. En zoals het startcitaat van Nietzsche het stelt: "When there is peace, the warlike man attacks himself". Ray Elwood (Phoenix) is privésecretaris van een sullige kolonel (Harris). Daarnaast neukt hij diens vrouw, voert zwarte handeltjes met de collega's en kookt heroïne klaar voor sergeant Saad. Het leventje van de cocky bastard verloopt bijzonder vlotjes. Tot er een nieuwe sergeant arriveert ('Top', een geniale Glenn), die schoon schip wil houden. Als Elwood diens dochter begint te daten, wordt de tweestrijd bitsig. En dan is er nog die partij wapens die hij in een drugdeal wil betrekken.
Miramax kocht de film op 10 september 2001 en het valt te begrijpen dat de broertjes Weinstein na de WTC-crash de distributie een paar jaar uitstelden: in de havikkerige USofA was het niet het moment voor een prent waarin hopen nutteloze, domme ("what side of the wall are we on?") en gedrogeerde troopers rondstruinen. Ook door het racisme bij de militairen en door de context waarin televisiebeelden van Bush Sr. en borden als "Army. Be all you can be" worden getoond (Glenn stampt een televisie in elkaar en stopt zo het georakel van Bush Sr.), zal deze film in het land van Michael Moore ongetwijfeld als subversief worden ervaren. Zoals dat ook met het visueel schitterende Three Kings gebeurde. Zo consistent en scherp als die prent wordt deze potentieel amusante maar niet bepaald diepgravende mengelmoes echter nooit. Minder te begrijpen dan de distributiesector valt dan ook zowat de voltallige Engelstalige pers. Filmcritic.com vergeleek het met 'Pulp Fiction', en doet verder aan heiligschennis door als "A Clockwork Orange meets Catch-22" te bestempelen. Een anders gemonteerde versie gezien misschien, of enkel het eerste halfuur? Vooral dan wordt lekker oneerbiedig gedaan. Nadien verwatert de boel zienderogen. Voor je het weet verdrink je in een paar onaffe, overuitleggerig gedialogeerde verhaaltjes. Tanks kunnen burgers mollen en ontploffen zonder reprimandes voor de gedrogeerde schuldigen, terwijl Harris twijfelt of hij bij zijn oversten zou pronken met een voorvader uit de Civil War en we ook nog eens Elwoods romance moeten aanschouwen. En even weinig dreadlock rasta's als door de scenaristen serieus genomen zwarte personages gezien.
Jammer van de paar sterke momenten en van het goeie acteerwerk. Tegenover de ons sinds haar puberteit niet bijster overtuigende Anna Paquin Darkness, 25th Hour, X-Men) staan hier immers wel een steengoeie Phoenix (The Yards, Gladiator) die een betere film verdiende, een Ed Harris (Pollock, Truman Show, The Hours) die overtuigt als mak watje. De vileine, messcherpe Scott Glenn (Silence of the Lambs) is simpelweg het beste attribuut dat Buffalo Soldiers te bieden heeft. Daarnaast is er de goeie soundtrack, die met flarden New Order en Disposable Heroes of Hiphoprisy maar in hoofdzaak door de altijd sterke David Holmes wordt ingevuld. Diens eerste twee albums heetten overigens bijzonder toepasselijk ?Let?s get killed? en ?This film?s crap, let?s slash the seats?.